Als u met mij van mening kunt zijn, dat de vraag of de uitkering recht
vaardig is of niet, de vraag is van de eerste orde, dan "blijken genoem
de argumenten, maar ook die betreffende de toenemende werkzaamheden van
de wethouders en het verschil ten opzichte van wethouders in andere,
soortgelijke gemeenten, geen overredingskracht te bezitten en van nul
en generlei waarde geweest te zijn.
Want, mijnheer de voorzitter, alles spitst zich toe op deze ene kardi
nale vraag: "is de uitkering, gezien in de situatie van Idaarderadeel
waar beide wethouders over hun volledige inkomen blijven beschikken,
rechtvaardig?
Deze vraag dienen we mijns inziens allen met een hartgrondig nee te be
antwoorden, want het is niet rechtvaardig, zoals ook uit de argumenten
van de minderheid in het college blijkt, dat mensen in politieke func
ties, waarvoor een redelijke honorering gegeven wordt, na hun aftreden
een nabetaling gaan verlangen terwijl van inkomstenderving tijdens hun
zittingsperiode geen sprake is geweest.
Het is bovendien niet rechtvaardig een gemeente als de onze een dusda
nig zware financiële last te laten dragen.
Het is onjuist, mede gelet op de zwakke financiële positie van onze ge
meente, een uitkering of beloning te geven voor iets waar geen enkele
prestatie tegenover staat.
Het is politiek onverkoopbaar in deze tijd, waarin onze economie nogal
in de knel zit, loonmatigingen gehanteerd worden en gesproken wordt
over het bevriezen van topsalarissen, dit te doen.
Het is onredelijk en onrechtvaardig de inwoners van Idaarderadeel zwaar
der te belasten door b.v. het meer betalen op het huisvuil en het geld
nu zomaar weg te geven aan mensen die profiteren van een regeling die
m.i. niet op hen van toepassing ma.g zijn.
Het zal u duidelijk zijn, mijnheer de voorzitter, dat ons gevoel voor
rechtvaardigheid zich niet beperkt tot de kamende wethouders.
Al mijn argumenten betreffen ook de thans zitting hebbende wethouders,
want al geeft het meerderheidsvoorstel de indruk dat zij het goed be
doelen met de toekomstige wethouders, zij zijn zelf het eerst de pro
fiteurs van deze verbeterde uitgave en het is slechts schone schijn. Ik
hoop, dat iedereen hier dat goed zal doorzien, want dit is de meest ve
nijnige zin uit het gehele voorstel.
Er wordt gesteld dat de thans zitting hebbende wethouders op zichzelf
geen behoefte aan de nieuwe verordening hebben, maar ze stellen deze wel
voor, en niet zoals je dan verwacht zou hebben, met ingang van de intre
de van de toekomstige wethouders, maar nu direct. Binnen is binnen, ook
al heb je er op zichzelf geen behoefte aan.
Mijnheer de voorzitter, het zou mij zeer teleurstellen als de socialis
tische fractie het meerderheidsvoorstel zou ondersteunen, daar zij hier
mee m.i. het recht met voeten zou treden. Maar ik hoop, dat zij zullen
inzien, dat een dergelijke uitgaaf onverantwoord en onredelijk is."
De heer Sjouke de Boer zegt in grote lijnen wel met de heer van der Meu-
len mee te kunnen gaan. Spreker vraagt waarop deze verordening gegrond
is
De heer Sipke de Boer meent dat het nieuwe raadslid aiderforskuorrends
ut ein set". Spreker wil eerlijk bekennen, dat dit voorstel ook hem be
hoorlijk zwaar op de maag heeft gelegen. In de fractie is hierover dan
ook uitvoerig en diepgaand gediscussieerd. Spreker zegt aan te nemen dat
alle fracties er nu verschillend over denken, dit in tegenstelling met
1965 toen deze verordening er zonder slag of stoot doorkwam. Persoonlijk
vindt Spreker 6 jaar ook te lang.
Spreker herinnert er aan, dat de toenmalige fractievoorzitter van gemeen
tebelangen, de heer Moedt, eens gezegd heeft dat er kwaliteit moest kanen,
en dat die kwaliteit alleen te krijgen was door naar grotere gemeenten te
streven. Maar kwaliteit moet betaald worden. Wanneer we het huidige sala
ris van de wethouders in uurloon gaan uitrekenen, ligt het onder het ge
middelde uurloon van een loonarbeider.
Spreker had liever een andere oplossing gezien, n.l. een hogere salarië
ring.