g. Unaniem is de afdeling van oordeel, dat de deelname door de bevolking aan
het proces van gemeentelijke besluitvorming niet beter zal kunnen geschie-
den*, Men acht deze deelname in deze gemeente vrij goed.
h. De afdeling staat op het standpunt, dat de betrokkenheid van de bevolking
bij het lokale bestuursgebeuren niet zou worden versterkt, indien de be
stuurlijke organisatie zou veranderen.
3e afdeling.
5.1 De welzijnswaarde van taakstellingen.
a. De mening, dat de groei van de Friese bevolking bij die van Nederland ach-
er^ blijft, hetgeen veroorzaakt wordt door vertrekoverschotten, wordt ge-
deeid. Dit geschetste beeld gaat de laatste jaren voor deze gemeente niet
meer op. In 1971 bedroeg het vestigingsoverschot namelijk 270. Overigens
kan wel van een lichte vergrijzing van de bevolking worden gesproken,
o. Deze welvaartsproblemen spelen in de gemeente Idaarderadeel geen rol. Het
aantal arbeidsplaatsen is vrijwel gelijk gebleven, zij het, dat zich in de
verschillende bedrijfstakken wel verschuivingen hebben voorgedaan,
cDe negatieve typering van de diverse leefbaarheidscomponenten stemt over
het algemeen niet overeen met de situatie in deze gemeente. De negatieve
zijde is het verdwijnen van vele kleinbedrijven, zoals warme bakkers, kap
pers, kruideniers etc. Als positieve kant kan de vestiging van grootbedrij
ven, zoals supermarkten worden genoemd.
d. Positieve tendenties zijn de stichting van nieuwe voorzieningen, zoals gym
nastieklokalen, kleuter- en lagere scholen, aanleg sportvelden, een nieuwe
jachthaven te Wartena, recreatiegebieden etc.
c. De totale voorzieningensituatie wordt van voldoende tot goed aangemerkt,
j-- Ten aanzien van de woningbouw heeft de gemeente zich een ruime opzet tot
taak gesteld, zoals de bouw van woningwet-, particuliere- en bejaardenwo-
nmgen, afgestemd op de behoefte. De bestaande winkels dienen aan de behoef
te te beantwoorden. Gewaakt dient te worden tegen een overbezetting in een
bepaalde branche.
Ten aanzien van de openbare voorzieningen heeft de gemeente zich tot taak
gesteld de uitbreiding van het sportveld te Wartena en Grouw, bouw van een
sporthal-zwembad te Grouw, bouw van een nieuw bejaardencentrum en een gemeen'
schapsruimte.
g. Een^grotere concentratie in de onmiddellijke omgeving wordt als een onwen
selijke zaak beschouwd, met het oog op de betrekkelijk geringe afstand van
de Kern Leeuwarden. Uitgroeien van de kern Leeuwarden tot een 100.000 inwo
ners is i.v.m. het voorzieningenpatroon wenselijk.
h. Dit verband is zeker aanwezig. De noodzaak tot behoud en opbouw van het
landschap wordt onderkend. Tegen grote concentraties van bebouwing bestaat
over het algemeen bezwaar.
1. In geen geval dient hoogbouw te worden toegestaan. De bebouwing dient in
harmonie met het landschap te zijn, waarbij natuurlijke waterlopen in stand
in°eten worden gehouden en veel groenstroken moeten worden aangelegd,
j. De mogelijkheid tot forenseren bezit, met name voor het dorp Grouw, een ze
kere actualiteit.
k. In de bestemmingsplannen wordt de bebouwing zo aantrekkelijk mogelijk ge
projecteerd. De particuliere bouw heeft de laatste jaren, vooral in Grouw,
een behoorlijke vlucht genomen. De ingebruikneming van tweede woningen in
de bebouwde kommen dient zoveel mogelijk te worden geweerd. Tegen het bewo
nen van buiten de kern staande woningen en boerderijen bestaat in 't alge
meen geen bezwaar, omdat daarmee wordt voorkomen, dat deze panden verkrot
ten.
lo Het gevaar is niet denkbeeldig, dat door genoemde ontwikkelingen het eigen
karakter van de kernen verloren gaat. Dit verschijnsel doet zich reeds voor
in de kern Grouw.
m. De vraag aan welk van beide probleemvelden door het gemeentebestuur de mees
te prioriteit moet worden verleend is op deze gemeente niet van toepassing,
n. Voorkeur wordt gegeven aan grotere concentraties van industrieën in bv. 5 a
b kernen.