Artikel 15
1Het genot van de bezoldiging vangt aan met de dag, waarop de aanstelling
ingaat. Indien in het besluit van benoeming geen datum van ingang is ver
meld, vangt het genot van de bezoldiging aan met de dag, waarop het ambt
is aanvaard.
2. De bezoldiging wordt per maand uitbetaald.
3. Het genot van de bezoldiging eindigt op de dag van ontslag uit de betrek
king of op de dag van het overlijden van de ambtenaar.
Artikel 16.
Bij aanstelling, bevordering, verhoging of uitbetaling van bezoldiging worden
de ambtenaar geen kosten in rekening gebracht
Artikel 17»
1In gevallen, waarin de bezoldiging of de koitingsbedragen moeten worden
berekend over een gedeelte van een maand, wordt de bezoldiging of korting
per dag vastgesteld door de bezoldiging of korting per maand te delen
door het aantal dagen van de desbetreffende kalendermaand.
2. De ingevolge het vorige lid vastgestelde bedragen worden tot een cent naar
boven afgerond»
Artikel 18.
De bezoldiging van de ambtenaar, die als comptabele fungeert, wordt verhoogd
met een vaste toeslag van 5van het maximumsalaris van de secretaris.
Artikel 19.
In gevallen, waarin deze verordening niet voorziet, treffen burgemeester en
wethouders de nodige voorzieningen.
Artikel 20.
Burgemeester en wethouders bepalen nader de salarisanciënniteit van de bij
het inwerkingtreden dezer verordening in dienst zijnde ambtenaren.
Artikel 21
1. Deze verordening wordt geacht in werking te zijn getreden respectievelijk
op 1 januari 1972 en 1 april 1972.
2. Zij kan worden aangehaald als "Bezoldigingsverordening 1972".
Artikel 22.
Met ingang van 1 januari vervalt de "Bezoldigingsverordening juli 1971"» vast
gesteld bij raadsbesluit d.d. 9 november 1971, no. b.
Artikel 23.
Overgangsbepalingen.
De ambtenaren, die op 1 september 1956 in dienst der gemeente waren en op dat
tijdstip in het bezit waren van het diploma Boekhouden (Associatie) genieten
deswege in afwijking van het bepaalde in artikel 13, een vaste toelage van
168,per jaar.
Grouwi "9 meilS/2
De raad voornoemd,
voorzitter.