- k -
Er op wijzende,dat het gehele sportterrcinencomplex reeds bij de Stichting
Sportcentrum in huur isstelt spreker voor het gestelde onder a op blad
zijde 2 van het onderhavige voorstel als volgt te wijzigen: "de benodigde
grond overeenkomstig de overgelegde tekening ter grootte van ongeveer 3200
m2 en ter waarde van 11 „360,— kosteloos in gebruik te geven aan de
Stichting Sportcentrum te Grouw, zulks ten behoeve van de bij haar aange
sloten Tennisvereniging "Grow""„Volgens spreker staat het vast, dat de
tennisclub 8000,aan subsidie van de N.S.F. ontvangt.
De voorzitter merkt op, dat hetvoor een juridisch sluitende formulering
noodzakelijk is, dat de Stichting Sportcentrum de verplichting wordt opge
legd de banen "om niet" aan de tennisvereniging in gebruik te geven.
Wethouder Vledder zegt, dat de voorgestelde regeling praktisch geen wijzi
ging brengt in de situatie. Met inachtneming van de opmerking van de voor
zitter, wordt vervolgens het voorstel van de heer Meester ondersteund.
De heer Freek van der Mculen deelt mee, dat hij namens de fractie Gemeen-
belangen ten aanzien van dit agendapunt graag het volgende wil opmerken.
Uit schriftelijke en mondelinge contacten is ons gebleken,dat hierover de
meningen verdeeld zijn, vooral, als het verlenen van financiële medewerking
voor de aanleg van een tennisbaan in verband wordt gebracht met liet zo ge
wenste zwembad.
Oppervlakkig gezien wordt hieraan de mening vastgeknoopt als zou hieruit
blijken, dat meer behoefte zou bestaan aan een tennisbaan dan aan een
zwembad.
Mijn fractie stelt er prijs op te verklarendat voor hen het omgekeerde
waar is. Dat een zwembad verreweg te prcferen is boven een tennisbaan.
Maar er is hier helaas geen sprake van voorkeur:
1e. omdat het hier gaat om onvergelijkbare grootheden;
2edaar er met de investeringen van een zwembad zoveel geld gemoeid gaat,
zodat het onmogelijk is voor onze gemeente zonder geldelijke steun van
het rijk dit te realiseren.
Dit houdt niet in, dat een zwembad in de toekomst geen werkelijkheid zal
kunnen worden, hoewel we ons dan wel bewust moeten zijn van de zware of
fers die wc t.a.v. de exploitatiekosten zullen moeten brengen.
Ik kan u verzekerendat mijn fractie al het mogelijke wil doen, binnen het
kader van haar mogelijkheden, om de plannen voor de bouw van een zwemgele-
genheid gerealiseerd te krijgen.
Een en ander houdt niet in,dat, omdat de financiële middelen voor een
zwembad ontbreken, we een sportvereniging als de tennisvereniging geen fi
nanciële steun zouden willen geven die ze nodig heeft om haar plannen rond
te krijgen. Dit zou meer op een soort van wraakoefening lijken van: "Geen
geld voor het zwembad, dan ook geen geld beschikbaar stellen voor een ten
nisbaan"
Of er al dan niet een tennisbaan komt,heeft generlei invloed op de reali
sering van het zwembad, dat wc allen zo graag wensen.
Voorts is spreker van oordcel, dat het voorstel van de heer Meester een
volkomen scheve zaak is, omdat de Tennisvereniging de investering terzake
doet. Hij zou er vrede mee hebben gehad, wanneer de Stichting Sportcentrum
een en ander zou hebben geregeld. Dat is echter niet gebeurd. Spreker
vindt de door de heer Meester voorgestelde regeling dan ook niet passend.
Uiteindelijk zal de tennisvereniging nu aan het Sportcentrum moeten vragen
om het gebruik van de tennisvelden, terwijl de tennisvereniging de nodige
gelden erin heeft gestoken. Indien het vorenstaande ook nog impliceert, dat
de tennisvereniging hierdoor het subsidie van de N.S.F. en de lening van de
Friesland Bank wordt onthouden, kan de vereniging maar beter stoppen met
het doen van investeringen.
De voorzitter zegt, dat in de formulering ten aanzien van de ingebruikge-
ving door het Sportcentrum aan de tennisvereniging het woordje "moet" niet
mag ontbreken. Hierdoor wordt voorkomen, dat de tennisvereniging om het ge
bruik van de beide banen zou moeten vragen. Overigens is het zo, dat de
tennisclub het recht van opstal is toebedacht, hetgeen bepalend is voor het
verstrekken van een geldlening door een bank of andere geldschieter. Duide
lijk dient dan ook onderscheid te worden gemaakt tussen het gebruik van de
grond voor de aanleg van twee tennisbanen en het recht van opstal voor het
treffen van voorzieningen door de tennisvereniging.