6
Wat de agrarische kant betreft, heeft hij vel enig vertrouwen in de burge
meester als cud-1andbouwredacteur en wethouder Van Essen als leraar van een
landbouws chool
Spreker is het met de heer Van der Hem eensdat het een moeilijk leesbaar
geheel is.
Ook de heer Freek van der Meulen betreurt het^ dat het zo'n ingewikkelde
wetgeving is. V/el is spreker blij, dat er een duidelijke visie uit blijkt.
Wethouder Vledder vindt het maar een "nuvere saek". De heer Van der Hem
komt met een brief op de proppen, die hij niet aan de orde stelt.
voorzitter vindtdat men niet kan verlangen, dat dergelijke zaken
staande de vergaderingen worden behandeld. Deze brief had men aan burgemees
ter en wethouders moeten sturen. De raad had hierover dan een prae-advies
ontvangen.
Men dient de raad niet te overrompelen met een stuk van een zo ingewikkel
de materie.
De heer Van der Hem: "Hou breekt mijn klomp". De fractie van gemeentebe
langen heeft geen kans gekregen deskundig te worden voorgelicht, zoals de an
dere fractie.
Wethouder Vledder wijst er op, dat de heer Van der Hem niet geprobeerd
heeft de raad duidelijk te maken wat er in de brief staat.
De heer Freek van der Meulen,olie op de golven werpende^zegt zich het
standpunt van de voorzitter te kunnen indenken. De inhoud van de brief van
het Landbouwschap is vrijwel gelijk aan de in het voorstel aangevoerde bezwa
ren. Spreker meent, dat overigens wel correct is gehandeld. Hij stelt voor de
zaak/als afgedaan te beschouwen. hierbij
Zonder hoofdelijke stemming wordt dan conform het voorstel besloten.
De heren Van der Hem en Van de Lageweg worden geacht te hebben tegenge
stemd.
15Comptabiliteit
De heer Freek van der Meuken wil graag bij punt h een randopmerking plaat
sen. Spreker vraagt^wanneer de verlichting van de oefenhoek bij het sportter
rein wordt aangebracht.
De voorzitter antwoordt dat de heer Van der Meulen hiermee doelt op de
vragen, die de heer Meester indertijd heeft gesteld.
De heer Meester vestigt er de aandacht op, dat hij in de vergadering van
1k maart j.l. de volgende vragen heeft gesteld:
a. Komt er een afrastering romdom het terrein;
b. Komt er een verlichting op.
Beide vragen zijn door de voorzitter met "ja" beantwoord.
Nu blijkt het, dat er een halve verlichting op staat.
De voorzitter antwoordt, dat zijn antwoord indertijd wellicht verkeerd is
v begrepen. Burgemeester en wethouders stellen zich op het standpunt^dat de
kosten van het aanbrengen van een verlichting door de verenigingen zelf moe
ten worden betaald. Dit standpunt kent de raad. Wanneer tengevolge van werk
zaamheden een kabel of paal sneuveltdan dient de gemeente dit in orde te
brengen.
De heer Freddy van der Meulen is ten zeerste verwonderd over dit antwoord.
Iiaar zijn mening is de verlichting beloofd. De aanleg van de oefenhoek is
uiteindelijk 23.000,— goedkoper geworden dan was geraamd. Van het over
blijvende bedrag wordt nu wel een trilwals van lk.000,aangeschaft.
De voorzitter antwoordt, dat de trilwals voor de dienst van gemeentewerken
onontbeerlijk is. Burgemeester en wethouders kunnen moeilijk afwijken van hun
eenmaal ingenomen standpunt,, dat de verlichting van de trainingsvelden door de
verenigingen moeten worden betaald. Dit zou consequenties tot gevolg hebben.
Met het budget heeft dit niets uit te staan.
De heer Freddy van der Meulen vraagt of de overblijvende 9.000,aan het
Sportcentrum zal worden uitbetaald.
De voorzitter antwoordt ontkennend. Dit geld komt uit de eigen gemeentelij
ke middelen en gaat terug naar de algemene middelen der gemeente.
De heer Freek van der Meulen begrijptdat het antwoord van de voorzitter
tot misverstand aanleiding heeft gegeven. Helaas. Het standpunt^,dat de vereni
gingen zelf deze kosten moeten betalen,is een kwestie van beleid.