Spreker meent, dat er naar gestreefd moet worden om de auto's uit de straten
te verwijderen door het centraal aanleggen van parkeerplaatsen. De automobi-
listen mogen er gerust aan wennen eens 100 m te lopen om hij hun vagen te ko
men.
De heer Van de Lageweg voelt meer voor het aanleggen van parkeerhaventjes
in de straten. Spreker wil er voorts nog gaarne de aandacht op vestigen, dat
in Warstiens, het kleinste dorpje van Idaarderadeel, door de inwoners een^
perceel grond,, gelegen tussen de kerk en de woning van S. Kalsbeek, is geëga
liseerd en op hoogte gebracht. Indien de gemeente dit perceel zou willen ver
harden zou in Warstiens een aardige parkeerplaats ontstaan en de inwoners
zouden hiervoor echt dankbaar zijn.
De voorzitter zegt, dat hieromtrent bij het college geen verzoek is ingeko
men. Spreker zegt toe, dat gemeentewerken dit eens zal bekijken.
Wat de opmerking van de heer Schermer aangaat, heeft de raad inderdaad kun
nen constateren, dat regelmatige overhoekjes tot parkeerhaventjes zijn ge
maakt. In bepaalde straten zoals het oosterveld in Grouw is dit uitgesloten.
Trouwens in de gehele oude kern van Grouw is dit een moeilijk oplosbaar
vraagstuk. Spreker zegt het er mee eens te zijn, dat autobezitters er aan
moeten wennen een eindje te lopen. In de opzet van nieuwe bestemmingsplannen
wordt echter met deze problemen al rekening gehouden. Vroeger heeft men deze
noodzaak niet ingezien, terwijl ook de financieringsmiddelen hiervoor veelal
ontbraken.
Wethouder Vledder merkt op, dat burgemeester en wethouders bij de behande
ling van de concept-begroting 1973 de direkteur van gemeentewerken hebben op
gedragen op dit punt de gehele gemeente te inventariseren. Overigens vindt
spreker de oplossing, die de heer Van de Lageweg aan de hand doet om in elke
straat een parkeerhaven aan te leggen minder juist. Het aanzien van sommige
straten is daardoor bedorven. Soms gaat het nog, zoals in It Skutsje maar
mooi is het zeker niet.
De heer Van de Lageweg zegt, dat, wanneer de keus aan de automobilist zelf
wordt overgelaten, deze ongetwijfeld kiest voor stalling voor zijn woning,
zulks in verband met het uitoefenen van toezicht.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens conform het voorstel besloten.
11„Voorstel tot verkoop van de voormalige Master Wielsmaskoalle met grond aan de
Staat der Nederlanden.
De heer Freek van der Meulen zegt gaarne met het voorstel akkoord te gaan.
Spreker vindt dit voorstel tenminste sympathieker dan een plan voor de bouw
van een supermarkt. Een gebouw voor het algemeen belang zal bovendien, zoals
ook in het voorstel staat, het dorpsbeeld ter plaatse verfraaien. Bij de af
braak zal echter de nodige narigheid kunnen ontstaan, omdat de gebruikers van
de oude school op straat komen te staan. Op 1 augustus volgend jaar is het zo
ver. Er moet dan eigenlijk een andere oplossing gevonden zijn. nr zijn reeds
gedachten in een bepaalde richting ontwikkeld. Misschien dat ook de positie
dorpshuis/jeugdherberg, die nu aan rle leefgemeenschap is onttrokken, hierin
nog een rol kan spelen.
Spreker vraagt voorts.of de parkeerplaats voor iedereen bestemd is en voor
wie het onderhoud hiervan komt.
De heer Schermer zegt, dat het standpunt van zijn fractie gelijkluidend is
aan dat van de fractie van de heer Van der Meulen. Het huidige gebouw heeft
een goede functie en door de afbraak zullen de daarbij betrokken verenigingen
zwaar worden gedupeerd. Bovendien beschikken de verenigingen zelf niet over
voldoende financiële middelen. Het dorp zelf biedt weinig soelaas. Spreker
heeft zich afgevraagdof hier geen alternatief moet worden geboden. Spreker
vestigt er de aandacht op, dat omstreeks februari volgend jaar het gebouw van
de woningbouwvereniging Midden Friesland wordt ontruimd. Mogelijk dat dit als
vervanging kan dienen gedurende een aantal jaren. Wellichtdat in de met be
trokkenen te houden vergadering op 12 oktober a.s. een andere oplossing kan
worden gevonden.
De heer Sipke de Boer betreurt het, dat in Grouw een cultureel centrum ont
breekt. Eet dorpshuis is de bevolking als het ware onder de voeten weggebrand.
Nu wordt men bij wijze van spreken van het ene hok naar het andere gejaagd. De
heer Schermer heeft het al gekarakteriseerd.