- 2 -
Alle directe kosten van bijstand over een bepaald jaar worden recht
streeks voor 90$ bij het rijk gedeclareerd. De overblijvende 10/5 blijft
ten laste van de gemeente. Ook voor andere sociale ondersteuningsregelin
gen is het subsidiepercentage (voorheen variërende van 50$ - 100$), uni
form op 90$ gebracht, zodat ook hier 10$ ten laste van de gemeente blijft.
Door deze handelwijze komt het gros van de kosten van sociale zorg niet
langer ten laste van het gemeentefonds, doch rechtstreeks ten laste van
de z.g. validepartementen.
Het rijk wordt door deze methode veel directer geconfronteerd met de
financiële gevolgen van de bijstandswet dan tot nu toe. De consequentie
hiervan is, dat meer dan tot nu toe het bijstandsniveau uiteindelijk cen
traal zal kunnen worden bepaald.
In de ontwerp-begroting 1973 is uiteraard uitgegaan van het nieuwe
vergoedingensysteem. Zoals hierboven werd aangegeven zijn de lasten voor
de begroting 1973 f 20.000,— lager dan in de oorspronkelijke begroting
1972. Hieraan ligt de onderstaande berekening ten grondslag:
Begroting 1972: kosten sociale zorg f 61*9.000,
inkomsten idem 225.000,
verschil l*2l+.000,
waarvan gedekt door de uitkering uit het gemeentefonds 1,16
x 80$ van 1.005.897»(jaren 1969 t/m 1971) 311.000»
zodat ten laste van de gemeente bleef 113.000,
Begroting 1973: kosten sociale zorg f 831*. 500,
inkomsten idem 659*500»
verschil f 175*000,
waarvan gedekt door de uitkering uit het gemeen
tefonds (o.a. kosten sociale werkplaatsen, sub
sidie Groene Kruis, vervoersvergoeöingen lager
onderwijs enz.) 80$ van 102.273,82.000,
ten laste van de gemeente 93.000»—
voordelig verschil t.o.v. de begroting 1972 f 20.000,
ad. 2 Belastingen.
Een van de voorwaarden voor het hebben van een aanvullende uitkering
uit het gemeentefonds is, dat de gemeenten regelmatig hun belastingenden
retributies aanpassen aan het door het rijk aangegeven niveau. De minimum
normen zijn voor 1973 alsvolgt vastgesteld:
Straatbelasting 13,5$ van de belastbare opbrengst van de ongebouwde
eigendommen en 27$ van deze opbrengst voor de gebouwde
eigendommen.
Pd ooibelasting f 66,per aansluiting (bij afwezigheid van een zui
veringsinstallatie).
Reinigingsrechten: 35,— per emmer per jaar. Idaarderadeel heft 30,
bij welk bedrag de ten laste van de bevolking blijven
de kosten van de plasticzakken kunnen worden geteld.
Bij een hiervoor geschat bedrag van 6,is het rei
nigingstarief voor de bevolking derhalve 36,
Opcenten Personele belasting: 268.
Zoals u bekend is, zijn de tarieven van deze belastingen, voor zover
nodig, en enkele retributies (steigergelden en pontgelden) inmiddels aan
gepast. Naast de hierdoor ontstane meeropbrengst is uiteraard ook rekening
gehouden met de opbrengst door toename van de bevolking en de vermeerde
ring van het aantal woningen.
De voornaamste verschillen tussen de opbrengsten van de belastingen
begroting 1972 begroting 1973 meeropbrengst
rioolbelasting f 128.500,f 151*800, f 23.300,
wegbelasting f 160.000,f 183.500, f 23.5
grondbelasting f 62.070,f 67.2k5, f 5. 7c'
personele belasting f 105.980,f 126.525, f 20.5 5,
woonforensenbelasting 26.500,f 30.000, f 3.5
veergelden f 9.800,f 15-700, f 5.9
steigergelden 20.975,26.300,— A^'ol sT
513.825,— f 601.070,— 87.21*5,—
- 3 -