Aanvullend agendapunt
2S
GEMEENTE IDAARDERADEEL
GROUW
2**a. Voorstel tot herziening van de re
geling van de vergoeding van reis
kosten voor het bijwonen van ver
gaderingen van de raad, van de af
delingen van de raad en de raads
commissies.
No.
3823
Grouw, 11 december 1972.
Aan de gemeenteraad.
Zoals u bekend zal zijn, hebben de gedeputeerde staten van Friesland
bij hun besluit van 27 oktober 1972, afd. A.Z., no. 11f. 139 bepaald dat de
voor het bijwonen van raadsvergaderingen vastgestelde presentiegelden wer
den verhoogd met 2,50 voor hen, die op een afstand van 1+ km of meer,
doch minder dan 8 Ion en met 5,voor hen, die op een afstand van 8 km
of verder van het gemeentehuis wonen (de afstand langs de kortste weg ge
meten
Op verzoek van ons gemeentebestuur om deze vergoedingsregeling te
herzien delen de gedeputeerde staten mede tot de conclusie te zijn geko
men, dat de huidige regeling niet geheel bevredigend is, cmdat daaruit
nogal aanzienlijke verschillen in de vergoedingsbedragen per afgelegde ki
lometer voortvloeien, zoals uit de volgende voorbeelden moge blijken:
afstand van de woning bedrag van de bedrag van de vergoeding
tot het gemeentehuis vergoeding per afgelegde kilometer
3 km (retour 6 km) nihil nihil
U km (retour 8 km) 2,50 (rond) 31 cent
7 km (retour 1k km) 2,50 (rond) 18 cent
8 km (retour 16 km) 5,(rond) 31 cent
10 km (retour 20 km) 5,25 cent
20 km (retour U0 km) 5,(rond) 13 cent
De gedeputeerde staten achten het daarom meer reëel, dat deze vergoe
ding, indien van een eigen vervoermiddel gebruik wordt gemaakt, wordt be
rekend naar het bedrag per gereden kilometer, langs de kortste weg van de
woning naar het gebouw, waar de vergadering wordt gehouden. Het college is
van mening, dat daarbij als tarief het beste kan worden aangehouden het
bedrag per kilometer, dat aan de rijksambtenaren wordt vergoed wanneer zij
met een eigen vervoermiddel dienstreizen ten behoeve van het rijk maken.
Deze tarieven, die zijn neergelegd in de "Reisbeschikking Nederland",
worden regelmatig herzien in verband met gestegen kosten. Voor de rijks
ambtenaren gelden \roor het maken van dienstreizen met een eigen auto twee
tarieven, al naar gelang zij - afhankelijk van hun wedde - moeten worden
ingedeeld in categorie A of categorie B, bedoeld in paragraaf 3 van de
"Reisbeschikking Nederland". Daarbij speelt voorts een rol de catalogus-
waarde van de auto waarvan zij gebruik maken. De gedeputeerde staten geven
er de voorkeur aan, dat bij het gebruik van een eigen auto voor het bijwo
nen van vergaderingen van de raad, van de afdelingen van de raad en van de,/
door de raad ingestelde commissies, het per/kilometer te vergoeden tarief^de8^
wordt gesteld op het gemiddelde van de beide (rijks) tarieven A en B, op
een hele cent naar boven afgerond, ongeacht de cataloguswaarde van de auto
welke is gebruikt.
Sedert 1 januari 1972 luiden de rijkstarieven als volgt:
cat. Acat. B
1 t/m 5000 25 cent 32 cent
5001 t/m 10000 22 cent 27 cent
10001 t/m 20000 18 cent 2h cent
20001 en verder 17 cent 22 cent
t