- 8 -
De heer Schenner merkt op, dat wel is gebleken, dat de raad met het be
sluit van gedeputeerde staten niet erg gelukkig is. De gehele affaire is
begonnen met het verlenen van de tijdelijke vergunning door gedeputeerde
staten. Principieel is het een foutieve zaak. Spreker zegt, dat men niet
beter kan doen, dan in een motie zijn teleurstelling en verontrusting uit
spreken over het door gedeputeerde staten gevoerde beleid. Spreker stelt
de voorzitter voor de vergadering een ogenblik te schorsen teneinde de ge
legenheid te krijgen een motie op te stellen. Aangezien dit voorstel ge
noegzaam wordt ondersteund, schorst de voorzitter de vergadering.
Na heropening deelt de heer Schermer mee, dat de raad de volgende motie
heeft opgesteld
De raad der gemeente Idaarderadeel in openbare vergadering bijeen;
Gelezen het beroepschrift van de Plaatselijke Commissie voor de ruilver
kaveling De Sneeker Oudvaarc", het daarop betrekking hebbende rapport van
de commissie voor administratief beroep en het voorstel van burgemeester en
wethouders
gehoord de beraadslagingen;
overwegende, dat het visrecht van de Kromme Grou door de gemeente is ver
huurd aan de Hengelsportvereniging "Idaarderadeel";
dat de gemeente gehouden is het ongestoord genot van het verhuurde water
aan de vereniging te waarborgen;
dat de Hengelsportvereniging de huur aanging met het speciale oogmerk, in
dit stille niet bevaren water proeven te nemen met het uitzetten en voort
planten van vis en met het stellen van speciale voorschriften voor het vis
sen met de hengel;
dat nadien door gedeputeerde staten, tegen de nadrukkelijke wens van het
gemeentebestuur, tijdelijk vergunning is verleend aan de Friese Buiten
boordmotorclub voor het varen met speedboten ten behoeve van het waterskie
en;
dat gedeputeerde staten door dit besluit het de gemeente onmogelijk heb
ben gemaakt haar verplichtingen tegenover de hengelsportvereniging na te
komen en het deze vereniging onmogelijk maakt haar voorgenomen speciale be
heer voor dit water uit te voeren;
dat de plaatselijke commissie, zonder enig overleg met, of kennisgeving
aan het gemeentebestuurter plaatse een aantal definitieve rekreatieve
voorzieningen heeft aangelegd ten behoeve van de F.B.C., niettegenstaande
de F.B.C. slechts over een tijdelijke vergunning beschikte voor het varen
met speedboten, die per 1 januari 1973 is geëindigd en sindsdien (nog) niet
door gedeputeerde staten is verlengd;
dat het in hoge mate ongewenst is in de Kromme Grou het varen met speed
boten toe te staan en door het scheppen van voorzieningen aan te moedigen;
dat hierdoor onvermijdelijk ook derden zullen worden aangetrokken tot het
beoefenen van soortgelijke activiteiten;
dat een dergelijke ontwikkeling in het zeer dicht bezette watersportge
bied van Grouw moet worden voorkomen, gezien de overlast en het gevaar, dat
daardoor ontstaat voor de zeer vele andere rekreatieve gebruikers van het
water;
spreekt als zijn oordeel uit:
dat de aangebrachte voorzieningen en het beoogde gebruik ervan in bijzon
dere mate in strijd zijn met het rekreatieve beleid van de gemeente;
dat hij begrip heeft voor de bezwaren die hiertegen zijn aangevoerd door
het college van burgemeester en wethouders bij gedeputeerde staten en de
plaatselijke commissie;
dat de houding en de ter plaatse verrichte werkzaamheden van de plaatse
lijke commissie afkeuring verdienen;
dat hij het beleid van gedeputeerde staten in deze ernstig betreurt;
dat hij desniettegenstaande tot zijn spijt nauwelijks formele gronden
aanwezig acht, die het hem mogelijk maken het beroepschrift ongegrond te
verklaren;
besluit
- 9 -