4. Op de uitkering als bedoeld in dit lid wordt in mindering gebracht het be drag van de uitkering waarop de nagelaten betrekkingen van de gewezen ambte naar ter zake van diens overlijden aanspraak kunnen maken uit hoofde van ar tikel E 13, lid 10 v.h. A.A.R.dan wel krachtens enig wettelijk voorgeschre ven verzekering tegen ziekte, arbeidsongeschiktheid of onvrijwillige werk loosheid. Na artikel 11 wordt een nieuw artikel 12 ingevoegd, luidende als volgt: Artikel 12 1. Zo spoedig mogelijk na het overlijden van de belanghebbende als bedoeld in artikel 11, leden 1 en 2. wordt aan de nagelaten echtgenoot een uitkering toegekend gelijk aan de bezoldiging berekend over het tijdvak van de dag van overlijden tot de laatste dag van de tweede maand volgende op die van het overlijden. Laat de overledene geen echtgenoot na, dan geschiedt de uitkering ten behoe ve van zijn minderjarige wettrge of natuurlijke kinderen dan wel minderjari ge pleegkinderen. Ontbreken ook zodanige kinderen, dan geschiedt de uitke ring ten behoeve van ouders, broers en zusters of meerderjarige kinderen van wie de overledene kostwinner was 2. Het bepaalde in artikel 10, leden 2, 3 en 4 is van overeenkomstige toepas sing. Artikel 12 wordt vernummerd in 13. Na artikel 13 een nieuwe paragraaf 4 invoegen met een nieuw artikel 14, luiden de als volgt: Paragraaf 4Geneeskundig onderzoek. Artikel 14 1. De belanghebbende die uitkering geniet krachtens paragraaf 2 of 3 van deze verordening rs verplicht zich op aanzegging van burgemeester en wethouders geneeskundig te doen onderzoeken door een door hen aangewezen geneeskundige. 2. Indien naar het oordeel van burgemeester en wethouders het resultaat van het geneeskundig onderzoek, bedoeld in lid 1, daartoe aanleiding geeft, kan de belanghebbende dcor burgemeester en wethouders worden verplicht zich aan een geneeskundig onderzoek volgens de bepalingen van de Algemene burgerlijke pensioenwet te onderwerpen. De paragrafen 4 en 5 vernummeren in 5 en 6. De artikelen 13 t/m 28 vernummeren in 15 t/m 30. Artikel 8 Het cijfer 20 aan het slot van lid 1 vervangen door 22. Artikel 14 oud (16 na vernummering) Het cijfer 13 aan het slot van de eerste regel vervangen door 15. Artikel 19 oud (21 na vernummering) Op de tweede regel het cijfer 18 vervangen door 20 en op de derde regel de woorden "lid 3" vervangen door ':lid 4".

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1973 | | pagina 87