De heer van Gorkum denkt aan een voorstel in de richting van de heer Sipke de
Boer. Het college heeft er geen bezwaar tegen, de door de heer van Gorkum ge
noemde punten eens positief te benaderen.
Dat de heer Van de Lageweg is omgezwaaid is bepaald geen schande. Inder
daad zijn de financiële bijdragen van de ouders beter geregeld.
De heer De Visser heert een duidelijke moederbinding gesteld. Dat is ook
een standpunt.
Burgemeester en wethouders blijven echter van mening, dat eerst het rijk
en de provincie uit de hoek moeten komen, voordat de gemeente nadere richtlij
nen kan stellen.
Wethouder Vledder wil nog graag enkele opmerkingen plaatsen. Spreker zegt,
dat burgemeester en wethouders in principe niet afwijzend tegenover de peuter
speelplaats staan, het college zit echter met 2 punten zwaar in de maag.
1Bij subsidiëring is de gemeente mede-verantwoordelijk voor de gang van za
ken. Normen van de overheid zijn er niet; men heeft geen invloed op de
huisvesting, toelating van peuters en financiën. Met de heer feester is
spreker het eens, dat een te grote groep een te hoog bedrag moet betalen.
2. De financiële consequenties voor de gemeente. Bij eventuele subsidiëring
kunnen er volgend jaar ook andere plaatsen komen. Spreker zegt, dat 800,-
ook een breekijzer is. Eet gaat hier om de eerste aanzet. De financiële
consequenties moet men eerst overzien. Een en ander is het beste te vinden
in het voorstel van de heer Van Gorkum om te zijner tijd met een overzicht
bij de nieuwe begroting hierop terug te komen. Indien het rijk dan nog geen
normen heeft gesteld, dient men zich af te vragen, welke normen de gemeente
eventueel kan stellen. De huidige speelplaats is zeker geen ideale plaats.
Wanneer er geen normen komen kan men t.z.t. een vraag verwachten voor een
verenigingslokaal, dat wat provisorisch kan worden ingericht.
Om die reden is spreker voorlopig geen voorstander voor subsidieverlening.
De heer Sjouke de Boer is het er in principe mee eensdat er normen moe
ten worden gesteld. Wanneer er een consulente op provinciaal niveau kan worden
aangesteld, zal deze ook wat de huisvesting betreft moeten begeleiden. Spreker
meent echter, dat het college een afwachtende houding aanneemt en zou gaarne
een erkenning van het werk der stichting zien. Nieuwe kreaties komen meestal
van onderen af.
De voorzitter zegt, dat de heer De Boer praat over een stuk verantwoorde
lijkheid, waarop de gemeente geen enkele invloed kan uitoefenen.
De heer Bangma zegt, dat ondanks het lange 'petear" zijn mening niet is
gewijzigd. Men heeft gesteld, dat de gemeente geen enkele invloed op de plaats
van vestiging heeft. De werkgemeenschap Kindercentra heeft het gebouw wel goed
gekeurd. Wanneer deze ontwikkeling doorgaat, dan zal er een ander gebouw moeten
komen. Uit het onderhoud, dat de heer Meester met een hoofdleidster heeft ge
had, is wel gebleken, dat deze peuters beter zijn dan de rest en dat is dan
voor Spreker een reden om de zaak positief te benaderen en te steunen. Spreker
wil dan ook een voorstel doen om de peuterspeelnlaats te subsidiëren met het
bedrag van het tekort op de begroting. Wellicht dat dit een voordeel voor de
ouders van de laagst betaalde groep kan zijn.
Mevr. Soijkstra-Nijdam stelt ook voor 800,subsidie te verlenen. Het
bedrag is al 400,lager dan het tekort van vorig jaar. Als de provincie
met subsidieverlening begint dan behoort de gemeente daarop aan te sluiten.
Wethouder Vledder: "Alleen als het rijk het doet, akkoord. Maar ik zie het
nog niet zitten
De heer Meester zegt, dat de heer Bangma hem verkeerd heeft begrepen. De
leidster heeft gezegd, dat de peuters uit de speelplaats voorlijker waren en
dat nu de een op de ander moet wachten. Eet spijt spreker dat de voorstanders
in de raad geen overleg met de leidsters hebben gehad.
De heer Van de Lageweg zegt, dat het hier om een princiniële uitspraak
gaat. De Boer c.s. willen de zaak opschuiven. Men moet de zaak niet uitstel
len, meent spreker.
De heer Sipke de Boer meent, dat hij een duidelijk standpunt heeft ingeno
men. Spreker herhaalt, dat de gemeente geen verantwoordelijkheid kan nemen zo-
lang geen duidelijke normen zijn gesteld en betrekkelijk geen invloed kan uit
oefenen op de olaats