Notulen van de openbare vergadering van de raad der ge
meente Idaarderadeel on dinsdag 5 februari 1974, om
18.30 uur.
GEMEENTE IDAARDERADEEL
GROUW
Aanwezigmevr. J. Snijkstra-Nijdam en de heren G. van Essen en G.E. Vledder,
beiden wethouder, Sinke de Boer, K. Schermer, D. van Gorkum, P.J.
de Visser, J. Meester, Sjouke de Boer, S. Bangma, P. van der Hem,
H. van de Lageweg en H.J. Langhout.
Voorzitterde heer K.J. Vrijling, burgemeester.
Sekretarisde heer D. Smits.
Opening: De voorzitter opent de vergadering en stelt aan de orde ount
1Notulen.
De heer Schermer zou onder nunt 15 op bladzij 7, de zin: Men kan dan
zijn erkentelijkheid tonen gaarne zien gewijzigd in: ''Men kan dan tonen
een wezenlijk deel van de gemeenschap te zijn".
Mevr. Snijkstra-Nijdaro merkt on, dat de tweede volzin van het door
haar gesprokene op bladzij 21 niet juist is weergegevenZe zou de zin als
volgt zien veranderd "Spreekster vraagt of de mogelijkheid bestaat een
vparttime-pontwachter te vinden
Zonder hoofdelijke stemming worden dan de notulen met inachtneming van
bovenstaande wijzigingen vastgesteld.
Naar aanleiding van het gestelde on bladzijde 17, nunt 8, vraagt de
heer Van Gorkum, waarom de aankoop van de benodigde grond zo lang op zich
laat wachten.
De voorzitter antwoordt, dat de raad in oktober 1971 heeft besloten de
grond voor uitbreiding van het sportveld te Nartena - ruim 13.000 m2 - aan
te konen. Eet betreffende besluit werd door gedeputeerde staten goedge
keurd. In de tussenliggende 8 weken kwam het voorlopig plan van toedeling
voor het ruilverkavelingsgebied Garijp-Nartena gereed. In dit voorlopige
plan werd de aangekochte grond van eigenaar A toebedeeld aan B, waardoor
de gemeente juridisch het verkeerde perceel grond had gekocht. Er kwam
toen bericht van het bureau Ruilverkaveling, dat wanneer de gemeente aan
de aankoon vasthield, de gemeente een verkeerd perceel aankocht. In ieder
geval niet het terrein, dat aansloot op het sportveld. Eigenaar A maakte
tegen de voorlopige toedeling bezwaar. Op het toekomstige nieuwe sportveld
lag namelijk een verwachtingswaarde; exclusief de nachtschadevergoeding
was de prijs gebaseerd on 1,95 ner ra2. Deze prijs lag hoger dan de agra
rische waarde van de grond. On zichzelf was het bezwaarschrift van eige
naar A niets bijzonders. Alleen duurt de procedure erg lang. Tenslotte is
tussen het bureau ruilverkaveling en de eigenaar A overeenstemming be
reikt, dat de nieuwe eigenaar B aan eigenaar A de oorspronkelijk getaxeerde
waarde zou uitbetalen. Maar hiertegen maakte eigenaar B weer bezwaar.
Daarbij kwam nog, dat de eerste nieuwe eigenaar overleed, waardoor ook
nog een erfeniskwestie een rol ging spelen. De ruilverkavelingscommissie
heeft toen gezegd, dat het najaar 1973 kon worden voor de definitieve toe
deling geregeld was. De erfgenaam van eigenaar B kreeg in het blok 3 stuk
ken land toegedeeld. Een perceel hiervan dient aan de gemeente te x-;orden
verkocht, een tweede stuk aan een ander, terwijl hij het derde stuk zelf
in eigendom houdt. Dit betekent dat de ruilverkavelingslasten over deze
drie percelen moeten worden uitgesplitst, hetgeen weer een moeilijke pro
cedure is. Meestal komen de lasten in een pot en worden ze over alle per
celen uitgesmeerd. Nu een andere maatstaf moet worden gehanteerd duurt het
v/eer maanden. Ook het punt, dat de eigenaar B de verwachtingswaarde van de
grond langs zich zag gaan, speelde mee. Inmiddels zijn de onderhandelingen
met de nieuwe eigenaar zover gevorderd, dat getracht zal worden de grond
aan te kopen.