- 2 -
3. Het salaris van een volwassene wordt verhoogd op de wijze, als in de desbetreffen
de schaal is aangegeven, naar gelang de ingevolge de artikelen 5, 6, 8 en/of 9 van
deze verordening verworven dan wel toegekende salarisanciënniteit.
Artikel 5.
Bij voldoende bekwaamheid, geschiktheid en dienstijver verwerft de volwassene, die
een salaris geniet, een salarisanciënniteit, gelijk aan de tijd, gedurende welke hij
alszodanig in het door hem beklede ambt is gesalarieerd, onverminderd de gevolgen van
toepassing van hetgeen overigens met betrekking tot de salarisanciënniteit in deze
verordening is bepaald.
Artikel 6.
De tijd, gedurende welke de ambtenaar krachtens wettelijk voorschrift verlof geniet
ter vervulling van militaire of daarvoor in de plaats tredende dienst, wordt in aan
merking genomen voor de vaststelling van de salarisanciënniteironverminderd hetgeen
overigens dienaangaande in deze verordening is bepaald.
Artikel 7.
Een verhoging van het salaris gaat in met de eerste dag van de maand, waarin, over
eenkomstig de overige bepalingen dezer verordening, de aanspraak zal ontstaan.
Artikel 8.
1. Bij buitengewone bekwaamheid, geschiktheid en dienstijver van de ambtenaar kunnen
burgemeester en wethouders de salarisanciënniteit vaststellen op een groter tijd
vak van is aangegeven in artikel 5.
2. Het bepaalde in het eerste lid kan slechts worden toegepast ten aanzien van een
ambtenaar, die gedurende ten minste een jaar werkelijke dienst heeft gedaan in de
door hem beklede functie.
Artikel 9.
1. Indien daartoe termen aanwezig zijn, kan aan een ambtenaar bij aanstelling een
door burgemeester en wethouders vast te stellen salarisanciënniteit worden toege
kend.
2. Ingeval van overgang naar een ambt, gerangschikt in dezelfde salarisschaal, wordt,
onverminderd het bepaalde in het eerste lid voor de vaststelling van de salarisan-
s~' ciënniteit in het nieuwe ambt mede rekening gehouden met de in het verlaten ambt
verworven salarisanciënniteit.
3. In geval van bevordering wordt de salarisanciënniteit, door toepassing van het
eerste lid, zodanig vastgesteld, dat het salaris in het nieuwe ambt tenminste
wordt bepaald op het bedrag van het salaris, dat de ambtenaar in het verlaten ambt
genoot, vermeerderd met één periodieke verhoging van de aan het nieuwe ambt ver
bonden salarisschaal.
Artikel 10.
Bij het bereiken van de 63-jarige leeftijd, kunnen burgemeester en wethouders voor
een ambtenaar het salaris bepalen op het maximum bedrag van de voor hem geldende sa
larisschaal.
Artikel 11
1Voor het van gemeentewege verstrekte genot van woningwordt op de bezoldiging van
de ambtenaar een korting toegepast van 12%.
2. Indien de ambtenaar aantoont, dat de huurwaarde van de woning voor de heffing van
de inkomsten- en loonbelasting minder bedraagt dan de op grond van het eerste lid
bepaalde korting wegens het genot van woning, wordt deze op het bedrag van die
huurwaarde gesteld.
- 3 -
y