- 3 -
De heer Schermer meent, dat de uitspraak van de heer Meester voor zijn fractie
zo belangrijk is, dat hij gaarne schorsing van de beraadslaging vraagt.
Na heropening deelt de heer Draisma mee, op zijn beurt nader overleg te willen
plegen met de oppositie, weshalve ook hij schorsing vraagt.
Nadat de voorzitter de vergadering opnieuw heeft heropend zegt de heer Van Bel
le alsnog behoefte te hebben de volgende verklaring af te leggen: "Mijnheer de
voorzitter
De inwoners van deze gemeente hebben in meerderheid gekozen voor een links beleid.
En ze verwachten van de door hun gekozen raadsleden, dat ze dit uit zullen voeren.
En daar sta ik nog steeds voor. Maar 40% van onze inwoners hebben andere vertegen
woordigers gekozen en willen via die vertegenwoordigers hun verantwoordelijkheid
voor het totale gemeentebeleid waarmaken. Deze 40% kunnen via hun vertegenwoordi
gers die taak beter uitvoeren, als zij ook vertegenwoordigd zijn in het dagelijks
bestuur, n.l. met een wethouder. Voor ons als P.P.R. is het steeds een eis van de
mocratie geweest dat wij deze 40% en hun vertegenwoordigers niet bij voorbaat alle
kans willen ontnemen een wethouder te krijgen. Om de gezamenlijke programcommissie
hebben wij daarom van het begin af aan ingebracht wat wij verstonden onder een
programcollege, n.l. een college dat steunt op een zakelijk werkprogram, opgesteld
in een open overleg, tussen alle partijen die vertegenwoordigd zijn in de raad. In
het concept gemeente-programma dat de p.s.p. in onze gezamenlijke programcommissie
inbracht, komt ook hun principiële stellingname duidelijk naar voren, n.l. de vor
ming van een links program, -college. Maar nadat dit overleg was afgerond en we ge
zamenlijk één nieuw concept hadden gevormd en dit voorlegden aan een vergadering
van de leden van p.v.d.a., p.s.p. en p.p.r., komt dit woordje links niet terug.
Dit was duidelijk, in overeenstemming met de p.p.r. opvatting. Er is noch van p.s.p.
noch van p.v.d.a.-zijde een motie naar voren gekomen, om ondubbelzinnig in het pro
gram teschrijven: "links programcollege", of nog liever "links meerderheidscolle
ge". Het zou natuurlijk ook op de kiezers een vreemde indruk hebben gemaakt, omdat
toen niemand de ruime meerderheid verwachtte, die wij uiteindelijk gekregen hebben
en waar ik nog steeds blij mee ben.
In het concept.dat de 2 p.p.r. mensen die in de gezamenlijke programcommissie
zaten, hebben ingebracht staat, dat dit overleg eigenlijk voor de verkiezingen
moest plaatsvinden. Maar wij hadden ons maar aan te passen bij het strakke schema
dat de p.v.d.a. had ongesteld, en er bleek daarin geen ruimte te zijn om voor de
verkiezingen nog tot overleg te komen.
Wij bereikten overeenstemming om dit gesprek alsnog na de verkiezingen te doen
plaatsvinden.
Over deze programcommissie moeten geen misverstanden bestaan. Er is nooit een
door de kiezers goedgekeurd p.p.r. of p.s.p. of p.v.d.a. program geweest. Maar uit
de conceptendie door de verschillende groeperingen werden ingebracht, heeft de
programcommissie één program samengesteld, waarin alle groeperingen iets van hun
eigen identiteit konden terugvinden. Dit is belangrijk. Ik sta hier n.l. niet al
leen als lid van de programfractie, maar ook als p.p.r.-man. Wij zijn dan ook om
redenen van identiteit, niet onder de oude naam p.a.k. de verkiezingen ingegaan,
maar uitdrukkelijk als p.v.d.a., p.s.p. en p.p.r. Na de verkiezingen zijn alle
frakties bijelkaar gestapt voor een gezamenlijk overleg. In dit programoverleg wa
ren Draisma en ik in de ongemakkelijke positie dat de oordeelsvorming over dit
overleg in feite aan ons tweeën werd overgelaten, doordat de andere 6 van onze
fraktie van te voren hun standpunt hadden ingenomen: Voor hen stond vast: hoe het
overleg ook verloopt,de andere groep komt niet in aanmerking om mee te praten over
de wethoudersverdeling. Na dit overleg kwamen Draisma en ik tot de conclusie.dat
er overeenstemming was bereikt t.a.v. het funktioneren van het college, de ver
wachtingen daarover en t.a.v. het werkprogram, dat wij het college zouden willen
meegeven. Ook bleek overduidelijk dat er overleg was geweest tussen gemeentebelan
gen, V.V.D. en F.N.P. en dat deze groep als geheel één voor hen acceptabele kandi
daat naar voren wilde schuiven. V.V.D. en gemeentebelangen gingen zelfs zo ver, dat
ze verklaarden.dat deze wethouder zou funktionere.n in een gezamenlijk fraktiebe-
raad van V.V.D. en gemeentebelangen. Dus aan het uitgangspunt: een zo goed moge
lijk democratisch functioneren van alle leden van de raad, is ook daarin tegemoet
gekomen. Het hielp ons, dat de tamelijk linkse f.n.p. een duidelijke inbreng had
geheid in dat programoverleg en ook de kandidaat van gemeentebelangen en ".V.D.
steunde.
- 4 -