Draisma en ik waren dus, na het volgens ons geslaagde programoverleg, de volgende
'fase ingegaan ri.lhet samen kijken naar de kandidaten. Wij vonden, dat we princi
pieel de keuze van de kandidaat moesten overlaten aan V.V.D.gemeentebelangen en
F.N.P. Door deze groepen werd dan ook de heer Terpstra van de V.V.D, kandidaat ge
steld. j -C
Vooral na de open fractievergadering van de programpartijen van vrijdagavond,
en na gesproken te hebben met de achterban, kiezers en geïnteresseerden,werd mij
duidelijk welk een grote emotionele weerstand wij zouden moeten .overwinnen om deze
mensen duidelijk te maken dat wij uit de groep V.V.D., gemeentebelangen en F.N.P.
uitgerekend een V.V.D.-er zouden kiezen. Dit verandert niets aan de principiële
stellingname, maar wij vonden het wel een reden om V.V.D.gemeentebelangen en
F.N.P. uitdrukkelijk te verzoeken: kunnen jullie niet je tweede man: Benedictus,
gemeentebelangen, A.R.óp de eerste plaats zetten. Draisma. en ik zouden daardoor
emotioneel meer ruimte krijgen.
De onderlinge solidariteit en de flexibiliteit van met name V.V.D.gemeente
belangen en ook de F.N.P. bleek zo groot te zijn dat men zei:, het gaat om een kan
didaat uit onze groepwij kunnen jullie verzoek inwilligen. Voor de heer Terpstra
als persoon, maar óok voor zijn fraktiegenoten van V.V.D. en gemeentebelangen en
hun achterban is dit geen eenvoudige stap geweest. Ik waardeer hun houding in de
zen zeer.
Ik geloof.dat ik hiermee mijn uiteindelijke keuze voor de heer Benediktus vol
doende heb toegelicht r i -
Nu de man van de progressieve fraktie. Mijn mening wasgezegd als de heer
Vledder zich volledig solidair opstelt als kandidaatook als hij naast zich een
wethouder van ds oppositie krijgt, dan zoj ik hem steunen, omdat hij de eerste man
van mijn fractie is. Nu de héér Vledder echter bij herhaling hgeft laten doorsche
meren in de huidige situatie zelfs t.a.v. zijn raadslidmaatschap stappen te over
wegen en in geen geval een andere wethouder naast zich te dulden dan een.progres
sieve en de heer Van Éssen zich even ondubbelzinnig uitspreekt: Ik ben gekozen als
raadslid en dat blijf ik en als ik gekozen word als wethouder dan zal ik-, hoe dan
ook, deze taak op mij nemen, nu kan ik niet anders, dan de heer Van Essen als wet
houder kiezen. Hierbij komt de opstelling tegenover programoverleg en werkprogram
van de heer Van Essen duidelijk positiever is geweest, dan die van de he^r Vledder
Spreker zegt, dat na de eerste schorsing enkele punten wel erg duidelijk zijn
gesteld. In de eerste plaats heeft de fractie, waarvan spreker deel uitmaakt, zich
solidair verklaard met de verklaring van de heer Meester (als principieel stand
punt nog te waarderen)Daarnaast is gezegd, dat de overige leden zich van hem en
de heer Draisma zullen afzonderen. Tenslotte het feit dat de heer Van Essen zijn
vrijdagavond nog afgelegde verklaring herroept te elfder ure niet bereid is zich
kandidaat te stellen. De op de heer Van Essen uitgeoefende druk moet wel ontstellend
zwaar zijn geweest. Spreker kan op dit moment dan ook niet anders doen dan de
heer Draisma als kandidaat naar voren te schuiven.
De heer Draisma: 'Mijnheer de voorzitter, mevrouwmijne heren.
Wat mij persoonlijk de laatste weken en vooral de laatste dagen sterk heeft getrof
fen en mij ook nogal heeft beziggehouden, is het feit, dat een groot aantal mensen
niet of nauwelijks bereid is, iemand de ruimte te gunnen, anders te denken en te
handelen, dan hijzelf zóu doen, zelfs het willen luisteren naar iemand, die anders
denkt, is een moeite, die jammergenoeg door velen niet kan worden opgebracht.
Mijnheer de voorzitter, ik prijs mij gelukkig lid te zijn van een partij,
waarin duidelijk ruimte is voor mensen met een soms sterk afwijkende mening of ge
drag. Het zal u duidelijk zijn, dat ik nu even denk aan o.a. het geval Vredeling.
Wel moet ik eerlijkheidshalve toegeven, dat, wat die 'ruimte'1 betreft, het in
Idaarderadeel nog wel eens moeilijk ligt. Vooral in de huidige ontwikkeling t.a.v.
het punt wethoudersverkiezing moet ik zeggen, dat je voor de volle 100% gekonfron-
teerd wordt met dit gegeven.
Vier jaar geleden heb ik mij duidelijk uitgesproken, vóór het vormen van een
afspiegelingscollege te zijn.
In diverse p.v.d.a.-bijeenkomsten heb ik dit duidelijk kenbaar gemaakt. Ook
d.m.v. een stukje proza indé Frisia en de L.C. heb ik duidelijk gemaakt waar ik
stond.
Voor mij was het een principiële zaak, dat demokratie niet in mag houden, da.,
een meerderheid botweg de minderheid, die hier nog altijd 40% bedraagt, buiten
het dagelijks bestuur houdt.