GEMEENTE IDAARDERADEEL
GROUW
15. Voorstel tot wijziging van de subsidieregeling voor de
Stichting voor Algemeen Maatschappelijk Werk in Midden
Friesland. :a
Aan de gemeenteraad.
No.2949 Grouw, 27 seotember 1974.
Ter tijde van de oprichting van bovenbedoelde stichting in 1967 bestond de
volgende algemeen geldende subsidieregeling:
a. Bijdrage van het rijk: 40%.
b. Bijdrage van de gemeenten: 40%.
c. Bijdrage van particuliere instellingen (kerken e.d.): 20%.
Toen de stichting haar werkzaamheden begon, behoefden de deelnemende ge
meenten IdaarderadeelBaarderadeelUtingeradeel en Rauwerderhêm) de onder b
bedoelde bijdragen voorshands niet op te brengen, omdat gebruik kon worden ge
maakt van een bijzonder rijkssubsidie ter grootte van 40%. Dit bijzonder subsi
die had evenwel een aflopend karakter en wel in die zin, dat het na een aantal
jaren telkens met 5% per jaar zou \-rarden verminderd. De bedoeling zat daarbij
voor, dat deze verminderingen - uiteindelijk neerkomend op 40% - ten laste van
de gemeentenzouden worden genomen.
Hoefden de gemeenten derhalve aanvankelijk geen bijdrage te verlenen ter
compensatie van de vermindering van het bijzonder rijkssubsidie, anders stond
het met het gemeentelijk aandeel in de sub c bedoelde bijdrage. Deze bijdrage
ad 20% zou moeten worden opgebracht door de in Midden-Friesland gevestigde
kerkgenootschappen en de betrokken afdelingen van de Nederlandse Vereniging
voor Maatschappelijk Werk '"Human it as maar men achtte het niet meer dan rede
lijk, dat een deel dezer bijdragen en wel 1/5 gedeelte daarvan voor de niet bij
bedoelde instellingen aangesloten inwoners ten laste van de gemeenten werd
genomen
In verband met een en ander heeft de raad in zijn vergadering van 10 okto
ber 1967 besloten:
a. bij te dragen in het ongedekte tekort van de exploitatie der stichting tot
een evenredig deel van een maximum van 1/5 gedeelte, op basis van het inwoner
tal der deelnemende gemeenten, naar de toestand op 1 januari van het betref
fende boekjaar;
b. te garanderen het na drie jaar aflopende rijkssubsidie (bijzonder subsidi-
die) tot een evenredig deel on basis van het inwonertal der deelnemende ge
meenten naar de toestand op 1 januari van het betreffende boekjaar.
Op grond van dit besluit bleef derhalve 4/5 gedeelte van 20% of 16% van de
niet door overheidssubsidie gedekte lasten voor rekening van de particuliere
instellingen.
In 1970 werd de algemeen geldende subsidieregeling als volgt gewijzigd:
a. Bijdrage van het rijk: 47%
b. Bijdrage van de gemeenten: 47%
c. Bijdrage van de particulieren: 6%
Omdat de gemeentelijke bijdrage, zoals hierboven werd aangegeven,in de
eerste jaren van het bestaan der stichting geheel door het bijzonder rijkssub
sidie voor stimuleringsgebieden kon worden opgevangen, is indertijd een verzoek
tot aanpassing van de gemeentelijke bijdrage van 40% naar 47% achterwege geble
ven.
'Iet ingang van 1974 vervalt echter de eerste 5% van het stimuleringssubsi
die en dit is voor het stichtingsbestuur aanleiding geweest, aan de gemeenten
te verzoeken, haar bijdragen thans te verhogen van 40% naar 47% onder aftrek
van het telkenjare met 5% verminderend bijzonder rijkssubsidie.
Bovendien is het stichtingsbestuur van mening, dat hetop grond van nadere
bevolkingsgegevens minder juist is, van het niet door subsidies gedekte tekort
4/5 of 80% ten laste van de particuliere instellingen (kerken, humanitas) te
brengen en de resterende 20% ten laste van de gemeenten.
