14. Voorstel tot vaststelling van het bedrag, bedoeld in
artikel 55bis der Lager-onderwijsv/et 1920 voor het
jaar 1975.
BE2E
GEMEENTE IDAARDERADEEL
GROUW
Aan de gemeenteraad
ITo. 153
O-rouw, 31 januari 1975.
Zoals u bekend is, diende door u totnogtoe vóór 1 maart van ieder jaar
het bedrag te worden vastgesteld, dat per leerling van de openbare scholen
voor gewoon lager onderwijs beschikbaar wordt gesteld ter bestrijding van de
kosten, bedoeld in artikel 55 onder e tot en met h en p van de Lager-onder-
wijswet 1920, alsmede van de kosten van instandhouding.
Op 1 januari j.l. zijn de bij de wet van 10 juli 1974, Stbl. 307 in de
artikelen 55 en 55bis aangebrachte wijzigingen in werking getreden, hetgeen
betekent, dat in plaats van: "'e tot en met h en p" thans gelezen dient te
v/orden: "e tot en met h, p en r", waarmee de volgende kosten worden bedoeld:
1. die voor de geringe en dagelijkse reparatiën van de schoolgebouwen, als
bedoeld in artikel 1619 van het Burgerlijk Wetboek (e);
2. die voor het onderhouden van de schoolmeubelen en voor het aanschaffen en
onderhouden van de schoolboeken, leermiddelen en schoolbehoeften (f
3. die voor verlichting en verwarming en het schoonhouden van de schoolge
bouwen (g)
4. die voor de schoolbibliotheken (h)
5. die van de oudercoramissiesde ouderraad en de schoolraad (p)
6. andere uitgaven ter verzekering van de goede gang van het onderv/ijs (r).
V/ij merken hierbij nog op, dat voorzover betreft de kosten voor het
aanschaffen van schoolboeken, leermiddelen en schoolbehoeften, deze alleen
in aanmerking komen, indien deze aanschaffing strekt tot vervanging van
leer- en hulpmiddelen, die tengevolge van langdurig gebruik niet meer ge
bruikt kunnen worden.of tot aanvulling van de voorraad van schoolbehoeften
in verband met de vermindering door verbruik.
Op grond van bedoelde wetswijziging raag in het krachtens artikel 55bis
van genoemde wet vast te stellen bedrag per leerling geen opslag meer v/orden
opgenomen voor de vergoeding van administratiekosten, zoals totnutoe het ge
val v/as. De vergoeding per leerling ter bestrijding van de kosten voor het
verrichten van administratieve werkzaamheden ten behoeve van het bijzonder
gewoon lager onderwijs dient thans bij afzonderlijk, raadsbesluit te worden
vastgesteld. In dit verband verwijzen wij u naar ons daartoe strekkend voor
stel d.d. heden (punt 15).
Het in-achtneming van de in de begroting voor 1S75 opgenomen ramingen,
moet het bedrag ter bestrijding van de kosten, bedoeld in artikel 55 onder
e tot en met h, p en r, exclusief een bedrag voor administratiekosten, voor
dat jaar v/orden vastgesteld op 229,95 per leerling.
V/ij stellen u voor, daartoe over te gaan door vaststelling van het
overgelegde concept-besluit
Burgemeester en wethouders
der gemeente Idaarderadeel
K.J.Vrijling, burgemeester.
D. Smits sekretaris.