- 14 -
In Leeuwarden en Drachten kan men daarover wel meepratenDit is een stukj e
realiteit. Daarop voortbouwend zou spreker willen voorstellen deze proble
matiek eens in de commissie te bezien. Wanneer iemand benoemd moet worden
die de verantwoordelijkheid krijgt te dragen, dan is het beter de problema
tiek op dit terrein eerst eens onder de ogen te zien. Spreker heeft in War-
téna de heer Lehman gehoord, die gezegd heeft, dat er eerst maar eens een
man moest komen die tegen de gemeente aan kon schoppen. In verband met een
en ander lijkt het spreker wenselijk de heer Bijma van 'net Provinciaal
jeugdwerk eens uit te nodigen voor het verstrekken van inlichtingen over
hetgeen, waarmee men straks te doen krijgt. Dit moet men niet onderschatten.
De heer Vledder vindt dit een voortreffelijke WD-speech.
De heer Knossen meent, dat ieder raadslid zijn speech mag houden zo hij
wil.
De heer Zwart zegt met stomheid geslagen te zijn. Hier wordt gesproken
over fietskettingen en agogische leiders, die zich waar'moeten maken. Spre
ker vraagt zich af of men vertrouwen in de jeugd moet hebben. Ja of neen.
Zelf heeft spreker het wel, de heer Terpstra misschien niet. Spreker dacht,
dat de 10.000,een mooie start was. Er moet wat van de grond af opge
bouwd worden. Spreker zegt voorts, dat hij de woorden van de heer Lehman
niet heeft gehoord.
De heer van Belle meent, dat hier gediscussieerd wordt over dingen, die
hier niet direkt thuis horen. De stichting wacht op een subsidie van C.R.M.
Zij heeft haar uiterste best gedaan aan de voorwaarden te voldoen. Dat de
gemeente 10.000,verstrekt, berust op het vertrouwen, dat door C.R.M.
reeds is erkend. De waarde van dat werk ligt vast. De heren de Wolf en Terp
stra hebben de bereikbaarheid van de jeugd in twijfel getrokken. Spreker
zegt, dat je kwalitatief een goed stuk werk nodig hebt met daarbij een be
roepskracht, die daarvoor is opgeleid. Spreker gelooft, dat het aantrekken
van de beroepskracht geen zaak is van de raad maar van het bestuur.
De heer Vledder"De gemeente geeft subsidie en dat betekent verant
woording".
De heer van Belle gelooft dat de gemeente geld geeft aan een stichting,
die daarvoor de verantwoordelijkheid draagt.
De heer Knossen meent, dat de vorige raad en met name gemeentebelangen
heeft gevraagd dit werk in een bepaalde vorm te gieten. Spreker is blij,
dat het nu in een bepaalde vorm komt. Hij heeft het programma gezien en kan
moeilijk stellen dat het voor een selecte groep is. Het is een ambitieus
programma, dat hopelijk gerealiseerd kan worden. Spreker meent, dat men van
jaar tot jaar kan bezien of er over moet worden gepraat. Voorlopig wil
spreker nog geen kritiek leveren. De raad heeft zelf bewust in die richting
gewerkt
De heer de V7olf wil graag even inhaken op hetgeen de heer Vledder heeft
gezegd, over de verantwoordelijkheid, die de raad heeft. Spreker zegt, dat
men bij een stichtingsvorm weinig inzicht krijgt over hetgeen zich binnen
die vorm afspeelt. Er zijn bepaalde stichtingsvormen, waar controle moge
lijk is. Dat is hier niet het geval. De raad mag alleen ja of neen tegen het
subsidie zeggen. Bij het verlenen van een landelijk Subsidie van 50% 50%
van de gemeente, waarvan uiteindelijk 80% kan worden gedeclareerd, kan men
moeilijk terugkrabbelen. Spreker wil graag duidelijk stellen, dat hij res-
pekt heeft voor het werk, dat verricht wordt. Alleen de sprong van niks
naar een groot bedrag lijkt spreker te gehaast. Alle andere dingen op het
terrein groeien geleidelijk met de behoefte. Spreker vraagt zich afof de
opzet van de vorm wel te verantwoorden is. Daarmee heeft spreker moeite.
Tégen een subsidie van 10.000,heeft spreker geen bezwaar. Maar met het
verlenen van een voorschot op een veel groter bedrag heeft spreker wel
moeite. Spreker zou graag zien dat nagegaan wordt hoe groot de groep is,
die bereikt wordt. De stichtingsvorm zint spreker ook niet.
Wethouder Benedictus zegt, dat dit geluid niet geheel onverwacht komt.
Spreker meent, dat de heer Terpstra te scherp heeft gesproken. Natuurlijk
zal men op jeugdwerk wel eens wat kritiek kunnen hebben, maar spreker meent,
dat dit werk toch wel dient te worden gestimuleerd.
- 15 -