- 2 -
De staatssekretaris voegt hier aan toe: "Verouderde verzorgingstehuizen in plaat
sen. waar reeds de 7% norm zonder de capaciteit van dit tehuis wordt gehaald, behoren
niet vervangen te worden en ook niet verbouwd, doch zij kunnen beter worden gesloten om
leegstand van verzorgingscapaciteit te voorkomen. Wordt in verband met verbouwing met
het oog op het verloren gaan van bejaardenplaatsen extra nieuw te bouwen capaciteit ge
vraagd, dan zal deze uitsluitend worden verleend als de behoefte op de gebruikelijke
wijze naar de kwantitatieve 7% norm kan worden aangetoond".
Gezien uw brief meenden wij er goed aan te doen u van de hierboven geschetste ont
wikkelingen op de hoogte te brengen.
Uw brief hebben wij voorgelegd aan de werkgroep uit de Commissie voor de bejaarden
oorden en uit de Commissie voor Studie en Advies inzake Bejaardenzorg, die bezig is met
een herziening van het in 1972 uitgebrachte Advies met betrekking tot de planning van
bejaardenoorden in Friesland. De werkgroep verzamelt tevens de gegevens die nodig zijn
om de diverse bouwplannen aan de bovengenoemde landelijke richtlijnen te toetsen. Zij zal
ons omtrent deze plannen adviseren.
Zodra wij deze gegevens en adviezen hebben ontvangen, zullen wij uw brief voorleggen
aan de minister van cultuur, rekreatie en maatschappelijk werk. Aan de hand \*an de stuk
ken zal de minister beoordelen, of de toestemming voor het afgeven van een verklaring
van geen bezwaar kan worden verleend. De bouwplannen, die aldus instemming hebben kunnen—,
verkrijgen, zullen wij, voorzover een beroep op rijkssubsidie wordt gedgan in volgorde
van urgentie bij de staatssekretaris van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening voor
dragen
Een afschrift van deze brief zenden wij aan burgemeester en wethouders van Idaarde-
radeel
Zoals u bekend zal zijn, heeft de Provinciale commissie voor studie en advies inza
ke de bejaardenzorg in april 1972 aan gedeputeerde staten een advies uitgebracht met be
trekking tot de planning van bejaardenoorden in Friesland. In de ontworpen planning voor
verzorgingstehuizen was voor de "aanpassing e.g. vervanging" van Friesma Hiem een gebouw
met 80 bedden voor bejaarden opgenomen, te bouwen in 1975. Voor ons college is dit aan
leiding geweest, in 1972 met de voorbereiding tot de bouw te beginnen. Aan N.C.H.B. en
architekt werd daarbij als eerste doel gesteld, te zorgen, dat het bouwplan in het na
jaar van 1974 besteksklaar zou zijn. Dit is geen haalbaar doel gebleken; alleen het
schetsplan was eind 1974 gereed. ,4.
Het advies van de hier bovengenoemde Provinciale commissie bevatte een planning tot
en met 1977. Hierbij werd voorop gesteld - gezien de ontwikkelingen binnen de bejaarden
zorg - dat elk planningsvoorstelwaarvan de realisering na 1975 zou moeten plaatsvin- --""v
den, de mogelijkheid tot correctie zou moeten hebben. De eventuele noodzaak tot het aan
brengen van correcties op de planning zou elke twee jaar - te beginnen in 1974 - moeten
worden nagegaan.
Dientengevolge, aldus het advies, zal dan ook geen enkel bestuur van een verzor-
gingstehuis het recht kunnen claimen op bouw c.q. verbouw, voorzover het realiseren van
die plannen betrekking heeft op een tijdstip nè 1975.
Uit een en ander blijkt dus, dat de bouw van een verzorgingstehuis in Grouw een
gunstige plaats - n.l. vóór 1976 - in de planning had gekregen. Er waren voor ons der
halve gegronde redenen, te verwachten, dat in 1975 met, de bouw zou kunnen worden begon
nen, des te meer, omdat door inschakeling van de N.C.H.B. geen financieringsproblemen
de bouw behoefden te belemmeren.
bit het voorgaande zal het u duidelijk zijn geworden, dat de nieuwe wettelijke
voorschriften, die 1 augustus 1974 in werking zijn getreden, het voor gedeputeerde sta
ten niet mogelijk maken, het in Grouw te bouwen verzorgingstehuis buiten de in voorbe
reiding zijnde nieuwe provinciale planning te houden. Sterke aandrang onzerzijds, voor
Idaarderadeel de planning van 1972 te blijven hanteren, bon hierin geen wijziging bren
gen, niettegenstaande het begrip, dat wij bij gedeputeerde staten ontmoetten voor de
toenemende moeilijkheden, waarin de huisvesting van verzorgingsbehoeftige bejaarden in
onze gemeente is komen te verkeren.
Zolang de situatie zo ongewis blijft als uit. het bovenstaande blijkt, achten wij
het niet verantwoord tijd en kosten te besteden aan het zoeken, naar een mogelijke andere
bouwplaats. Op grond van dezelfde overwegingen zal het schetsplan (nog) niet worden uit-r
gewerkt tot een besteksklaar plan.
- 3 -