No. 6
De raad der gemeente Idaaraeradeel
Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d,d27 maart 1975, no.
882;
Gehoord de Provinciale Raad voor de Volksgezondheid in de Provincie Fries
land (advies d.d. 26 februari 1975) en de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor
Friesland (advies d.d. 8 januari 1975);
Gelet op artikel 18 der Drank- en Horecawet;
besluit
vast te stellen de volgende verordening tot beperking van de verstrekking van
alcoholhoudende drank.
Artikel 1
Onder "alcoholhoudende drank", respektievelijk "inrichting" wordt voor de
toepassing van deze verordening verstaan hetgeen de Drank- en Horecawet daaron
der verstaat.
Artikel 2.
Het is verboden anders dan om niet alcoholhoudende drank voor gebruik ter
plaatse te verstrekken in een inrichting, gelegen in de bebouwde kommen van
Grouw, Warga, Wartena en Roordahuizum, waaronder te verstaan de bebouwde kom
men, zoals vastgesteld krachtens artikel 8 der Wegenverkeerswet.
Artikel 3
1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd, ontheffing te verlenen van het in
artikel 2 bedoelde verbod.
2. Het verzoek om ontheffing wordt schriftelijk ingediend bij burgemeester en
wethouders. Zij beslissen binnen vier weken, nadat het verzoek is ingekomen.
3. Een ontheffing kan onder beperkingen worden verleend; aan een ontheffing
kunnen voorwaarden worden verbonden; een ontheffing kan worden ingetrokken
of gewijzigd.
4. Een besluit, waarbij een ontheffing is geweigerd, een ontheffing onder be
perkingen is verleend, aan een ontheffing voorwaarden zijn verbonden, of een
ontheffing is ingetrokken of gewijzigd, is met redenen omkleed.
5. Degenen, die ten tijde van het inwerking treden van deze verordening een in
artikel 2 bedoelde inrichting exploiteren, worden geacht voor die inrichting een
ontheffing te hebben verkregen.
Artikel. 4.
1. Tegen een besluit, als bedoeld in artikel 3, 4e lid, kan de betrokkene
schriftelijk beroep instellen bij de raad.
2. Het beroepschrift wordt binnen vier weken na de dag, waarop het besluit is
verzonden, ingediend bij de burgemeester.
3. Voor de toepassing van het eerste lid wordt het niet binnen de in artikel 3,
lid 2 gestelde termijn besluiten, gelijkgesteld met een besluit tot weige
ring. De beroepstermijn begint alsdan op de dag, volgende op die, waarop het
besluit uiterlijk had moeten worden genomen.
4. De raad beslist binnen twee maanden, nadat het beroepschrift is ingekomen.
Hij kan zijn beslissing voor ten hoogste twee maanden verdagen.
Artikel 5
Deze verordening treedt in werking op de dag van de afkondiging.
Grouw, 8 april 1975.
De raad voornoemd,
sekretaris
voorzitter.