27 tnri. 1975
GEMEENTE IDAARDERADEEL
GROUW
No.: 598
Voorstel tot vaststelling van een nieuwe bezoldigingsveror
dening per 1 januari 1975 voor het gemeentepersoneel en het
personeel der stichting Friestna Hiem.
Aan de gemeenteraad.
Grouw38 februari 1075.
In zijn circulaire van 24 januari 1975, nr. AB75/U83, deelt de minister
van binnenlandse zaken mee, dat het Kabinet ten aanzien van het burgerlijk
rijkspersoneel, in het kader van het trendbeleid, tot de volgende maatregelen
per 1 januari 1975 heeft besloten:
1een algemene salarisverhoging met een tweeledig karakter, bestaande uit een
verhoging van 3,25% met een minimum van 43,33 per maand, alsmede een verho
ging van 0,75% vermeerderd met een - voor ieder gelijk - bedrag van 10,
per maand?
2. voorlopige handhaving van de afzonderlijke toeslag ingevolge de zogenaamde
Machtigingswet ad 45,— per maand.
De minister geeft in overweging aan de hand van de hierna volgende richt
lijnen de totstandkoming van overeenkomstige voorzieningen te bevorderen ten
behoeve van het personeel der gemeente.
I. Algemene salarisverhoging.
De verhoging van 3,25% (met een minimum van f 43,33 per maand) is geba
seerd op de gemiddelde loonsverhogingen wegens prijsstijging, welke om
streeks het begin van dit jaar werden toegekend in de voor de trend relevan
te bedrijfstakken.
De nadere verhoging (gelijktijdig en cumulatief met eerstbedoelde verho
ging) van 0,75% vermeerderd met 10,per maand, betreft een voorschot in
verband met loonsverhogingen voor de particuliere werknemers aan het begin
van de nieuwe contractperiode.
Bovenstaande richtlijnen zijn, voor zover van toepassing, verwerkt in bij
gaand concept-besluit met de bijlagen AI tot en met IV.
II. Toeslag ingevolge de zogenaamde Machtigingswet.
Hoewel de werkingsduur van de zogenaamde Machtigingswet per 1 januari 1975
is geëindigd, heeft de regering besloten de hierop gebaseerde toeslag
voorshands te handhaven en nog niet in de salarissen te incorporeren. De
vobr 1974 geldende bedragen en verdere gegevens blijven onverminderd van
kracht
Het minimumloon van 23-jarigen en ouderen is met ingang van 1 januari 1975
vastgesteld op 1.254,50 per maand. De minimumbedragen voor de jeugdigen
zijn nu ook in de verordening opgenomen.
De bedragen van de kindertoelage ingevolge de kindertoelageregeling over
heidspersoneel zullen, rekening houdende met een verhoging van de kinderbij
slagwet voor loontrekkenden voor het tweede kind van 80,86 tot f 85,02 per
maand, als volgt luiden:
eerste kind "bevroren' op f 54,86 per maand;
tweede kind 85,02 per maand;
derde en volgende kinderen 0,2% van de wedde, met
een minimum van 3,per maand.
De kinderbijslagbedragen ingevolge de Algemene Kinderbijslagwet zullen als
volgt worden verhoogd:
derde kind van 80,86 tot 85,02 per maand;
vierde en vijfde kind van 107,90 tot 113,63 per maand?
zesde en zevende kind van 119,34 tot 125,58 per maand?
achtste e.v. kinderen van 132,08 tot f 139,10 per maand.
- 2 -