Voor wat de datum van ingang van het pensioen betreft, behoren zij niet be
voordeeld te worden boven degenen, die de voorgeschreven termijn wel in acht
hadden genomen.
Op grond daarvan is in het tweede lid de regeling opgenomen, dat de in het
eerste lid bedoelde pensioenaanvrage, indien deze is ingediend binnen een jaar
na de inwerkingtreding van deze wijzigingsverordening, voor de toepassing van
de bepalingen omtrent de ingangsdatum van het pensioen geacht wordt te zijn in
gediend op het vroegste tijdstip, waarop de betrokkene redenen zou hebben gehad
om alsnog een aanvrage in te dienen. Aangezien de schrapping van de sanctie
(verval van het pensioenrecht) op het niet tijdig aanvragen van het pensioen
terugwerkt tot 31 december 1970, is het zo juist bedoelde tijdstip 1 januari
1971.
Ik stel u voor de hierbijgaande concept-tweede wijziging van de Uitkerings-
en pensioenverordening wethouders vast te stellen.
De burgemeester van Idaarderadeel
K.J. Vrijling.