- 2 -
Het eerste gedeelte van deze taak - het verzamelen van de gegevens van
de objecten, de namen van de eigenaren en die van de gebruikers, alsmede het
doorgeven van deze gegevens aan het rijk is zeer omvangrijk. Omdat ook het
rijk uiteraard deze gegevens moet kunnen verwerken, is bepaald, dat tussen
het besluit tot invoering van de belasting en het eerste jaar waarover in
een gemeente belasting kan worden geheven, tenminste 1 jaar moet zijn ge
legen. Met andere woorden, indien in 1975 de verordening wordt vastgesteld,
kan de belasting eerst m.i.v. 1 januari 1977 worden geheven.
Waarvan wordt De belasting wordt geheven van binnen de gemeente gelegen onroerend goed
de belasting Volgens de wet wordt geen belasting geheven van ten behoeve van de land- of
geheven. bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond.
Omdat de gemeente thans, via de grondbelasting en de wegbelasting, wel
inkomsten heeft van de landbouwgronden en deze inkomsten dus in de toekomst
zullen vervallen, zal via de algemene uitkering uit het gemeentefonds .:aan
de gemeenten een compensatie worden verleend. Wij merken op, dat deze com
pensatieregeling voor Idaarderadeel ongunstig uitvalt, zoals uit de volgende
gegevens moge blijken:
Wegbelasting, ongebouwd, 16% van 365.000,58.400,
grondbelasting, hoofdsom ongebouwd - 21.900,
grondbelasting, gem. opcenten (30) 6.570,
totaal thans aan de gemeente ten goede komende belastingen
over de ongebouwde eigendommen 86.870,
De compensatie-uitkering, waarvan de berekening op een volgende bladzijde
is aangegeven - bedraagt 59.867,zodat rond 27.000,minder zal worden
ontvangen
De belasting kan worden geheven van gebouwde- en ongebouwde eigendommen.
Hierboven is er reeds op gewezendat de ten behoeve van de land- of
bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgronden niet in de belasting
heffing kunnen worden betrokken. Het is duidelijk, dat hierdoor in een plat
telandsgemeente als Idaarderadeel zeer veel percelen buiten de belasting
zullen vallen. Nietttemin is het noodzakelijk, via de kadastrale leggers en
kaarten elk daarin vermeld ongebouwd eigendom te toetsen aan bovengenoemde
vrijstellingsvoorwaarde
Deze werkzaamheden kosten in verhouding tot een mogelijke opbrengst zeer
veel tijd; niet alleen in eerste instantie bij het opzetten van het bestand
«w van de belastbare objecten, doch ook bij het jaarlijks bijhouden. Daarbij
komt nog, dat veel van de onbebouwde eigendommen, welke niet ten behoeve van
de land- of bosbouw worden geëxploiteerd, eigendom van de gemeente zijn,
zodat hiervan geen opbrengst is te verwachten. Te denken valt hierbij o.m.
aan begraafplaatsen, sportvelden, plantsoenen, bouwrijpe grond enz.
De dan nog resterende eventueel te belasten ongebouwde eigendommen zullen
zeer gering in aantal zijn en de te verwachten opbrengst zal o.i. in geen
verhouding staan tot de te verrichten werkzaamheden.
In verband met het bovenstaande achten wij het dan ook uit praktische
overweging gewenst, alle ongebouwde eigendommen buiten de belastingheffing
te laten. Een en ander volgt uit de redactie van artikel 3 van de verordening.
Volledigheidshalve merken wij hierbij nog op dat tot de (belaste) gebouw
de eigendommen ook behoren de ongebouwde aanhorigheden,- de waarde van een
gebouw wordt dus mede bepaald door de aanwezigheid van een tuin. In dat geval
wordt het ongebouwde gedeelte dus wel belast.
- 3 -