6e. De perceptiekosten moeten binnen redelijke grenzen blijven: Deze eis is eigenlijk een verlengstuk van het vorige punt en wel hierdoor, dat de praktische uitvoerbaarheid ook inhoudt, dat de perceptiekosten aan vaardbaar moeten blijven, Mogelijke verschillen in perceptiekosten kunnen ontstaan bij a. de kosten van bepaling van de heffingsgrondslag voor de verschillende belastingobj ecten b. het aantal te verwachten bezwaarschriften; c. de kosten van de administratieve verwerking van de grondslaggegevens bij de aanslagoplegging. De verschillen, welke kunnen ontstaan bij de diverse mogelijkheden van grondslag, zijn, voor wat betreft de onder c. genoemde, te verwaarlozen. Verwacht kan worden, dat bij de grondslag economische waarde wat meer bezwaarschriften zullen worden ingediend dan bij de oppervlakte of de huur waardegrondslag, waardoor mogelijk enig verschil kan ontstaan. Bij de bepaling van de heffingsgrondslag zijn door de zeer omvangrijke werkzaamheden bij de oppervlaktegrondslag de perceptiekosten verreweg het hoogst. Tussen de twee overige grondslagen zit weinig verschil. Conclusie: Na bovengenoemde uiteenzetting, waaraan de te kiezen grondslag dient te voldoen, menen wij de voorkeur te moeten geven aan een waardegrondslag Naar onze mening kleven aan de grondslag oppervlakte teveel nadelen. In de eerste plaats wordt hier de waarde door middel van correctiefaktoren vastgesteld. Men krijgt dan een zeer ruwe benadering van de waarde. In de tweede plaats wordt van een gebouwd onroerend goed niet individueel de waarde bepaald, maar het komt terecht in een bepaalde groep voor toepassing van de diverse faktoren voor aard, ligging, soort gebruik en kwaliteit. Wil men deze grondslag enigszins verder verfijnen, dan dient gebruik te worden gemaakt van een zeer grote onderverdeling der faktoren, wat de opzet van het bestand erg bemoeilijkt en het aantal bezwaarschriften zal doen toenemen, terwijl het grootste bezwaar, n.l. het benaderen (dus niet bepalen) van de waarde blijft bestaan. Een ander nadeel, zij het eenmalig, is de opname van het bestand. Dit is een zeer langdurige en dus kostbare kwestie. Wanneer toch om de een of andere reden bijstelling der faktoren bij deze grondslag noodzakelijk is, is herwaardering der faktoren zeer bewerkelijk en kunnen veel moeilijkheden ontstaan. Bij toepassing van deze grondslag kan geen beroep worden aangetekend tegen de oppervlakte zelf en de vermenigvuldigingsfaktoren, maar wel tegen de toe passing van deze cijfers. Bij toewijzing door de rechter kan dit leiden tot onverbindend verklaren der verordening, met alle gevolgen van dien. Resten dus nog de twee waardegrondslagen. Bezwarend bij de forfaitaire waardebepaling vinden wij in de eerste plaats, dat verschillen kunnen ontstaan tussen gesubsidieerde en ongesubsidieerde woningen en in de tweede plaats, dat voor de overige gebouwen de waarde grondslag in het economische verkeer zal gelden. De waarde van het bestand wordt hier op twee manieren vastgesteld, waardoor geen garantie bestaat voor een gelijkwaardige beoordeling, hetgeen voor ons niet aanvaardbaar is. Gezien deze bezwaren menen wij dan ook te moeten kiezen voor de grondslag waarde in het economisch verkeer Het grote pluspunt van deze grondslag vinden wij de individuele waarde bepaling, waardoor ons insziens op de meest objektieve manier door zijn individualiteit de waarde zo juist mogelijk wordt bepaald.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1975 | | pagina 37