- 12 -
In Leeuwarden is toen blijkbaar een belletje gaan rinkelen en de invoering
van de .ligplaatsverordeningen is vermoedelijk oorzaak geweest, om nu reeds
de prov. ontwerp-verorüening aan de Staten aan te bieden. Spreker meent, dat
de raad goed moet begrijpen, dat men nu met een voorstel komt, dat een materie
wil regelen, waarmee drie colleges van b en w al jaren intensief bezig zijn. Er
is geen enkele aanwijsbare reden die één van de drie gemeenten zou nopen te
zeggen:''ga maar een eigen raadscommissie instellen^. Dit is een benadering
van de zaak, die niet alleen frustrerend werktmaar ook alles op losse
schroeven zet. Het is de bedoeling, dat de 3 gemeenten zich in zijn totali
teit richten op dit gebied om daar een gemeenschappelijk beheer te voeren.
Spreker meent, dat de raad met dit initiatiefvoorstel niet op de juiste weg is.
Men moet de gemeentelijke vertegenwoordigers in het recreatieschap i.o. niet in
een moeilijke positie gaan manoeuvreren.Vandaar dat spreker voorstelt'doe
dit nu niet
De heer van Belle zegt, dat hij, wanneer een groot aantal leden van de
raad en van de watersportverenigingen zich met deze materie bezig houden, de
bereidheid heeft mee te'denken over de ontwikkelingen in de watersport en de
belangen hiervan te beschermen. Spreker kan zich voorstellen, dat uit deze
bezorgdheid het voorstel, om een raadscommissie in te stellen, is ontstaan.
Een commissie die zich wil belasten met de zorg voor het landschap en het
milieu, en die gevallen kan signaleren, die betrekking hebben op de zorg voor
het kwetsbare watersportgebied. Spreker zegt, dat wel eens gesuggereerd is of
de 2e afdeling zich niet eens moest buigen over de instelling van een milieu-
coimnissie. Spreker meent, clat er voor een aantal ménsen op dit gebied duidelijk
een taak ligt. Hij vindt voorts,dat de commissie die men nu wil instellen, te
veel is toegespitst op een onderdeel, hoewel dit wel een belangrijk onderdeel
is. Spreker zou liever zien, dat in de 2e afd. eens gepraat werd over de in
stelling van een milieucommissie, die een breder terrein gaat bestrijken dan
nu het geval is.
De heer Schermer merkt op, dat de voorzitter gesteld heeft, dat met dit
voorstel de drie colleges van b en w in moeilijkheden worden gebracht. Spreker
vindt, dat de commissie uitsluitend voor ogen staat, om het. cpllege van b en w
beter te wapenen voor de problematiek in dit watersportgebied. Men gaat elkaar
niet beconcurreren, alleen elkaar steunen. Tegen de heer van Belle zegt spre
ker, dat de commissie zich voorstelt niet alleen te adviseren over water
sport-belangen, maar ook b.v. over het eierzoeken, bescherming van oevers e.d.,
zoals in het voorstel staat.
De heer van Belle interrumpeert, dat hij dit niet bedoelt. Deze hele
zaak is naar voren gekomen, naar aanleiding van de ligplaatsenverordening,
Spreker zag gaarne een commissie, waarvan de doelstelling duidelijk was toe
gespitst op het milieu en niet alleen öp een verhouding van b.v. recreant
agrariër. Spreker zou derhalve graag een commissie zien, die zich ftet één as
pect bezig "houdt.
De heer de Wolf meent ook, dat een commissie met één aspect, geen goede
zaak is. Het probleem zit hem juist in eén combinatie van allerlei dingen.
Spreker zegt voorts van de voorzitter gehoord te hebben, dar. de ligplaatsen
verordening vlug moest worden vastgesteld. De veronderstelling van de voor
zitter was dat in verband daarmee de provinciale verordening nu al aan de
Staten is aangeboden. Nu komt een idee, dat er wat moet worden gedaan, zelfs
meer dan alleen maar een ligplaatsenverordening. Spreker heeft uit het betoog
van de voorzitter vernomen, dat deze commissie er niet moet komen. Dat deze
commissie het werk van de drie colleges van b en w zou frustreren, gelooft
spreker niet. Dit is te formeel gezegd. Verder wordt in het concept van de
prov. verordening aan de gemeenten, en niet aan een recreatieschap, een be
voegdheid gegeven om over bepaalde maatregelen te adviseren. En dan kunnen
opmerkingen, die uit een adviescommissie komen alleen maar eén steun zijn.
