-3- a. bij verhuizing van de brandweerman in zijn woonplaats kan deze de ont vanger zonder meer meenemen naar zijn nieuwe adres- er zijn geen kosten verbonden aan het verplaatsen van de alarmontvanger b. bij wijziging in het brandweerpersoneel kan de alarmontvanger eveneens worden verwisseld, zonder dat hieraan kosten zijn verbonden; c. wanneer, na een proefperiode de brandweerlieden zijn ingespeeld op het nieuwe systeem van draadloze alarmering, kan de alemering door middel van de sirenes vervallen. Hiermede vervallen dan tevens de bijdragen aan de P.T.T. voor deze sirenes ad 1030,per jaar; d. bij alarmering zonder sirenes is het grote publiek onwetend van de brand, waardoor geen volksoploop bij de brandweergarages ontstaat en bij het uitrukken naar de brand en bij de blussingswerkzaamheden geen hinder wordt ondervonden van het publiek; e. de brandweerman is niet gebonden aan de directe omgeving van zijn woning. Dit spreekt vooral [s avonds en in het weekend en bovendien gedurende de weekends, dat bij geconsigneerd is in het kader van de weekendregeling, zoals deze bestaat met de gemeente Rauwerderhera en Utingeradeel; f. dé alarmontvangers, die verreweg het grootste kostenaanaeel van het draadloze systeem uitmaken, kunnen in de toekomst bij een meer regionale alarmering (bv. centraal brandalarmnuromer bij de brandweerkazerne van Leeuwarden) zonder meer gebruikt worden -ij achten zowel de jaarlijkse last, voortvloeiende uit toepassing van systeem A ad 9152,45, die bovendien slechts gedeeltelijk tot stille alar mering zal leiden, als de jaarlijkse last, voortvloeiende uit toepassing van systeem B ad 20350,- die op een algehele stille alarmering is gericht, te hoog en niet in verhouding staand tot de belangen, die daarmede worden gediend. Tot nog toe geschiedde de alarmering, zoals bekend, door middel van sirenes. Deze wijze van alarmering heeft inderdaad het bezwaar van toeloop van het publiek, maar ait bezwaar is nimmer van dien aard geweest, dat de brandweer niet vlot kon uitrukken en haar taak verrichten. In elk geval achten wij gedeeltelijke of gehele^effing van dit bezwaar onverantwoord, wanneer daarvoor jaarlijks een bedrag van meer dan 9000,- c.q. meer dan 20000,- zou moeten worden uitgetrokken. In het verleden is het bij een bepaalde weersgesteldheid een enkele maal voorgekomen, dac sommige brandweerlieden de sirene niet hadden gehoord. Teneinde dit euvel te verhelpen en de paraatheid van de brandweer te verhogen, zijn wij van mening, dat het gewenst is, dat te Grouw, naast de sirenes op de loods van de N.V. Lalbertsma en op de Mavoschool, een derde sirene wordt aangebracht. Voor Warga is een dergelijke voorziening niet nodig, omdat het hoor- bereik van de sirene oplet gebouw van de Frico ter plaatse voor de brandweer lieden aldaar voldoende is. aal de derde sirene te Grouw voldoende effect sorteren, dan dient deze geplaatst te worden op een hoogte van ongeveer 10 meter, zodat het geluid zich over de omringende bebouwing heen kan verspreiden. De bij de gemeente in eigenoom zijnde gebouwen, die voor plaatsing van een sirene in aanmerking komen, zijn aanmerkelijk lager dan 10 meter. Om de sirene op de gewenste hoogte te kunnen aanbrengen, zou op deze gebouwen een staalconstructie moeten worden gemonteerd. De constructie van de gebouwen is echter zodanig, dat zulks onder meer met het oog op de windbelasting, onverantwoord is. bit betekent, dat de sirene zal moeten worden geplaatst op een vrij staande mast. Gelet op de plaatsingsmogelijkheden van een zodanige mast, de plaats van de beide bestaande sirenes en de verdeling van drie sirenes over de huidige bebouwing van Grouw, achten wij de meest aangewezen plaats voor de derde sirene het terreintje aan de Tsjotter, bestemd voor de bouw van auto boxen, zoals dat nader is aangegeven op de voor u ter inzage liggende situatietekening -4-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1975 | | pagina 37