-8-
ligplaatsen voor schouwen gecreëerd. Spreker meent, dat men de tarieven ook
vanuit die gezichtshoek moet zien. Een kleine verhoging zou spreker niet
tegen 2ijn, maar het moet geen 25 of 33 1/3% zijn. Liefst zou spreker de be
staande tarieven willen handhaven.
Spreker meent, dat men ook de ligplaatsen aan de oostkant, hoewel niet
helemaal gelijk, in dezelfde trant moet bezien. Deze plaatsen zijn indertijd
gecreëerd voor hen, die ergens arders niet meer konden liggen, Daarom moet
men met deze verhogingen wat voorzichtig te werk gaan. Spreker zegt, dat de
meeropbrengst slechts f 1295,is, maar het kost de gemeente ook weinig.
Spreker zou dan ook het liefst de bestaande tarieven willen handhaven, maar,
om toch wat te doen, zou hij willen voorstellen, de ligplaatsen aan de west
zijde van de brug op f 35,te stellen en aan de oostzijde op respektieve-
lijk f 110, f 1S5,en f 200,--. De verhoging is dan 10%.
De heer de Wolf merkt op, dat dit weer hetzelfde verhaal is. Het gaat
hier om prijzen, die 4 jaar geleden zijn vastgesteld, en waarvan de infla
tie niet is bijgehouden. Spreker zegt, dat aan de ene kant de argumentatie
van de heer Vledder hem wel aanspreekt, maar aan de andere kant is de Gron-
daam pas weer gebaggerd. Wanneer deze mensen een andere ligplaats moesten
zoeken zouden ze veel meer moeten betalen. Spreker zegt, dat men de kosten
en opbrengst wat in evenwicht moet houden en in dat licht bezien vindt hij
het voorstel niet onredelijk.
De voorzitter dacht, dat de heer de Wolf absoluut gelijk had. Deze prij
zen zijn niet onredelijk, zelfs spotgoedkoop. Voor deze prijzen kun je verder
nergens terecht, en ze zijn sinds 19,71 niet'gewijzigdMen kan hieruit dis
tilleren de goede wil van b en w om de prijzen niet te verhogen, maar men
kan ook zeggen, dat het college de zaak 4 jaar lang heeft laten sloeren.
De heer Vledder interrumpeert, dat men in een bepaalde situatie moet
proberen zoveel mogelijk van het rijk binnen te halen, om voor de eigen in
woners zoveel mogelijk te bezuinigen.
De voorzitter meent, dat niemand zich over deze prijzen mag beklagen.
Men zou ook kunnen zeggen;"ga maar en zoek een andere goedkopere plaats".
Spreker zegt, dat de onderhoudskosten van Grondaam met oevers belangrijk
zijn gestegen. Indertijd zijn de prijzen hierop afgestemd. Hij meent, dat
een ieder zich gelukkig mag prijzen als hij daar een ligplaats voor zijn boot
krijgt. Spreker dacht, dat bij overname van het amendement van de heer
Vledder, men wat te veel van het goede zou doen.
Het amendement van de heer Vledder om de prijzen van de ligplaatsen
aan de westzijde van de Grondaam te bepalen op f 35,en die aan de oost
zijde te stellen op respektievelijk f 110,f 165,en f 200,wordt
hierna in 2 gedeelten in stemming gebracht en wat punt A aangaat met 7-6
stemmen (vóór de fractie van de P.v.d.A en de heer Meester) verworpen.
De heer Vledder trekt hierop voorstel punt B in, omdat dit punt gekop
peld is aan A.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dan conform het voorstel van b en w
besloten.
18Voorstel tot toetreding tot de gemeenschappelijke regeling Leeuwarden.
De heer Knossen zegt, dat zijn fractie met het voorstel kan instemmen,
omdat de gemeente, gezien de ontwikkelingen, hieraan toch niet ontkomt, Uit
de stukken blijkt, dat het samenwerkingsverband is gericht op studieoverleg
en melding van maatregelen. Spreker meent, dat het ook zo moet blijven, zo
dat elke gemeente zijn eigen bevoegdheid houdt. Zijn fractie zal graag af
wachten wat dit overleg oplevert, met het oog op de problematiek die elke
gemeente afzonderlijk kent. Spreker zegt met de afdeling van mening te zijn,
dat, wanneer vertegenwoordigers worden aangewezen, men zich duidelijk moet
beraden, hoe de functionering in de raad zal zijn. Spreker vraagt of de
zetelverdeling in de regio-raad een politieke verdeling is, waarbij de to
tale verkiezingsuitslag van de aangesloten gemeenten geldt.
-9-