r
Elk jaar bij de begrotingsbehandeling wordt tegen deze dingen aangeschopt en nu
komt ook de voorzitter nog met z'n mooi verhaal, waarvan spreker niets begrijpt.
Hij spreekt zich uit voor het voorstel van de heer Vledder.
Hierna wordt het voorstel van de heer Vledder om het subsidie per inwoner
te verhogen van f 0,10 tot f 0,15 met 8-5 stemmen verworpen. Vóór stemden de
heren Schermer, Vledder, van Essen, de Boer en Terpstra.
Het voorstel van b en w wordt hierna zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
5. Aanvrage om een eenmalige bijdrage uit de gemeentekas van de "Federaesje fan
Fryske Studinteforienings" te Groningen1'
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel
besloten.
6. Aanvrage om subsidie uit de gemeentekas van het kabaret Leo Dijkstra te Bergum.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel
besloten
7. Aanvragen van diverse organisaties en instellingen om subsidie uit de gemeentekas.
De heer Vledder wil graag enkele opmerkingen plaatsen over punt 7, het verzoek
van de Stichting Friesland voor Ontwikkelingssamenwerking. Spreker zegt, dat het
werk van deze Stichting 10 jaar geleden al eens in de raad is besproken. De raad^
heeft zich toen, wat het nemen van initiatieven door de Stichting betrof, posi
tief opgesteld. Hoewel de ontwikkelingssamenwerking in de eerste plaats een taak
van het rijk is, dient de gemeente hieraan wel mee te werken. Dit werk behoort
ook een beetje tot de taak van de raad. Spreker meent, dat, toen dit werk de
eerste keer ter sprake kwam, een initiatief zou worden genomen door een commissie
van enkele burgemeesters, die een nota hierover zou doen toekomen aan de afdeling
Friesland van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. Daaruit is toen de huidige
Stichting voortgekomen. Deze Stichting neemt nu initiatieven en daartoe is afgelo
pen weken een vertegenwoordiger van Ceylon in Friesland geweest. In dit licht
bezien vindt spreker het een beetje vreemd dat b en w nu voorstellen om de
Stichting geen subsidie te geven. Spreker zou derhalve willen voorstellen wel
f 0,02 per inwoner te geven, welk voorstel voldoende wordt ondersteund.
De heer van Belle meent dat op grond van de motivering die de heer Vledder
heeft gegeven dit punt bij de overige subsidieaanvragen niet thuis hoort. Dit
verzoek is op andere aspekten gericht dan b.v. het instandhouden van militaire
tehuizen. Het werk van de Stichting moet men niet alleen aan minister Pronk over
laten, Wanneer blijkt dat de Stichting op provinciaal niveau goed werk doet, dan
moet de gemeente daaraan zijn medewerking in de vorm van een subsidie verlenen.
De heer Zwart zegt het hiermee niet eens te zijn. Spreker is een voorstands
van ontwikkelingssamenwerking, maar dit moet dan duidelijk centraal geregeld
worden, hoewel niet alles aan minister Pronk moet worden overgelaten. Wanneer men
op provinciaal- en gemeentelijk niveau, zoals nu voor Ceylon, gaat werken, dan
kan spreker zich voorstellen dat men in Den Haag zegt:"Kun je dat geld niet er
gens anders beter gebruiken". Hier ligt voor de gemeente geen taak.
De heer de Boer zegt het met de heer Zwart eens te zijn. Het is duidelijk
een rijkstaak.
De voorzitter antwoordt, dat hij achter de woorden van de heren Zwart en de
Boer staat. Het initiatief van 10 jaar geleden was meer gekenmerkt door een goed
willende spontaniteit dan door een doelgericht beleid wat de laatste jaren wordt
gevoerd. Spreker zegt dat men een vraagteken mag zetten achter het beleid van
minister Pronk, maar het is in ieder geval een duidelijk gemotiveerd beleid wat
tegenwoordig wordt gevoerd en dat was 10 jaar geleden niet zo, De groep burge
meesters heeft zich 10 jaar geleden afgevraagd waar het geld bleef. Toen is
Ceylon naar voren gekomen, waarvoor een inzameling is gestart, maar in de loop
der jaren is het werk der Stichting op een laag pitje gekomen. Spreker meent, dat
de gunstige ontwikkeling in de ontwikkelingssamenwerking moet worden toegeschre
ven aan het duidelijke beleid wat den Haag op dit punt voert en waarvoor fondsen
zijn gevormd. Spreker vindt het niet juist, dat de gemeenten nu op eigen houtje
initiatieven gaan nemen.
-6-