-25-
Spreker zegt, dat er behoefte is aan de nieuwe kaartenkasttemeer omdat
een der vrijkomende gebruikte kasten voor de onroerëndgoedbelas-tingen moet wor
den benut. Spreker dacht, dat het verstandig was deze uitgaaf nog ten laste van
1975 te brengen. Voor 1977 kan eventueel een bedrag in de begroting voor stille
alarmering worden geraamd.
De heer Schermer zegt dat gesteld is, dat dé jaarlijkse uitgaaf f 20.000,-
bedraagt. Spreker dacht, dat het juist de bedoeling van de heer Vledder was,
doör reservering van bedragen de totale uitgaaf terug te brengen en dan de rest
te financieren, net als bij de wegen gebeurt.
De voorzitter merkt op, dat dit geen vergelijking is. Volgens provinciale
nórmen geldt voor financiering van een weg ^en termijn van 25 jaar. Piepers
moeten in 5 jaar worden afgeschreven.
De heer Schermer meent, wanneer men nu f 20.000,reserveert, men het
jaar daarop slechts f 40.000,behoeft te financieren. Inderdaad gaat het hier
om een duur systeem maar het is in het belang van de veiligheid voor de bevol
king. De bedoeling van zijn fractie is alleen de overgang naar het nieuwe
systeem wat dragelijker te maken.
Wethouder Draisma vindt de redenering van de heer Schermer wat simpel.
Het gaat hier om een hoge steeds terugkerende post, waarvan de aanschaffing om
de 5 jaar moet worden vernieuwd. En al is dit in totaliteit bezien haalbaar,
het betekent wel dat elke alarmering gemiddeld f 5000,gaat kosten. Spreker
zégt de noodzaak van deze reservering niet in te zien.
Ook de voorzitter ziet weinig heil in het voorstel van de heren Schermer
en Vledder. Deze willen voor een eenmalige investering van f 63000,ruim
f 20.000,reserveren, terwijl voor 1977 een bedrag moet worden vrijgemaakt
voor rente en aflossing van de resterende f 43.000.Wanneer het beslist
noodzakelijk is de piepers aan te schaffen, dan komt de dekking van de kapi-
taallasten van de gehele uitgaaf van f 63.000 er ook wel. Spreker vindt dat
men de zaak eenvoudig moet houden.
De heer Vledder zegt hierop zijn eigen voorstel in te trekken.
Aanleg van speelplaatsen. i.
De heer de Boer is het met de laatste zin van de Memorie van-Antwoord niet
eens, omdat de kleine dorpen hierbij worden uitgeschakeld. Spreker zegt, dat in
deze vergadering nog opgemerkt is, dat het platteland de dupe van de nieuwe
bibliotheekwet wordt. Maar in dit punt worden ook de grotere plaatsen boven de
kleinere bevoorrecht. Spréker zegt, dat men ook de kleinere dorpen;moet tege
moetkomen en laten delen in de te maken initiatieven. Wanneer er uit die
kleine dorpen zelf géén initiatieven komen dan is het niet nodig daar voor
zieningen te treffeh. Maar men kan hiermee heel wat kribbekeurigheid voorkomen.
Wethouder Draisma meent, dat dit een geheel nieuw element is. De bedoeling van
het college isgelden beschikbaar te stellen voor het maken van speelplaatsen
in de grotere dorpen. Het gaat juist om kinderen, die niet te ver kunnen lopen,
op centrale plaatsen de gelegenheid te bieden te spelen. In eerste aanzet heb
ben b en w zich beperkt tot de grotere dorpen. Maar indien er lofwaardige ini
tiatieven uit de kleinere dorpen komen zullen b en w dit graag eens bekijken.
De heer de Boer begrijpt het antwoord niet. Het college wacht wel initia
tieven af, maar wil op dit moment nog geen toezeggingen doen voor de kleinere
dorpen. Spreker ziet niet in waarom er verschil tussen een groot- en klein dorp
moet zijn. Daarom wil spreker ook de beslissing over de kleinere dorpen direct
in het voorstel betrekken.
De heer Van Essen vindt, dat het college de zaak duidelijk genoeg heeft
gesteld. Spreker is het er mee eens, de zaak van de kleinere dorpen eerst eens
aan te zien. Hij meent, dat de heer de Boer met de toezegging van de wethouder
blij moet zijn.
Wethouder Draisma beklemtoont nog eens de woorden van de heer van Essen.
Spreker zegt, dat b en w bereid zijn een initiatief uit de kleinere dorpen
positief te benaderen. Verder wil spreker hierop niet vooruitlopen en eerst de
resultaten in de grotere plaatsen afwachten. - --
-26-