-28-
Huisvesting in een woningwetwoning betekent een huur van f 6000,omdat de-
bi jdrage-regeling voor dat pand vervalt, ook voorlater. Overigens hebben b en
w nog een paar plaatsen in onderzoek, maar het zal wel moeilijk zijn op dit
moment een oplossing te vinden.
De heer Vledder zegt, dat een van de belangrijkste punten het eerste voor
stel van b en w over de te betalen huur is geweest, waarover niet te praten viel.
Betrokkenen hebben toen gezegd: "dit kunnen we wel vergeten". Spreker zegt, dat
het probleem van de Master Fielsmaskoalle reëel is. Spreker dacht, dat de
begeleidingsdienst bij wijze van tijdelijke oplossing wel genoegen zou nemen met
één lokaal, wanneer er tevens op gewezen wordt, dat t.z.t. Friesma Hiem als
definitieve oplossing wordt gezien. Maar dan dient ook een heel ander huurbedrag
te worden genoemd. Spreker zegt het in principe met de heer de Wolf eens te zijn,
dat geen extra subsidie moet worden verleend. Aan de andere kant vraagt spreker
zich af, wat onder extra subsidie moet worden verstaan. Dit is moeilijk te
zeggen. Wanneer het gebouw wordt getaxeerd op f 80.000,zoals de voorzitter
zegt, en men draagt het later gratis over, dan is dat ook subsidie. Spreker zou
graag een positieve opstelling van het college zien, ook wanneer de. andere
mogelijkheden afgetast zijn en niets hebben opgeleverd.
De voorzitter antwoordtdat de hoge huur bepaald niet het punt is geweest
om van vestiging te Grouw af te zien. Spreker zegt, dat er tussen betrokkenen
vrij uitvoerig contact is geweest. Overigens hebben b en w geen enkele garantie—^
dat de Master Wielsmaskoalle met tijdelijk in gebruikneming van 2 lokalen kan
volstaan. Het kunnen er even goed drie zijn. Ook behoeft tijdelijke huisvesting
van de dienst niet persé in Grouw te zijn. B en w zoeken en doen hun best voor
een oplossing.
De heer de Boer vraagt wanneer de begeleidingsdienst moet weten, waar ze
aan toe zijn.
De voorzitter weet dit niet.maar zegtdat het streven er Op gericht was
zich per 1 januari 1976 in Grouw te vestigen.
7Openbare toiletgeiegenheid aan de Meersweg te Grouw.
Zie punt 7, le afdeling.
8. Jeugd- en jongerenwerk.
Zie punt 10, le afdeling.
9. Aanleg van zebrapaden.
De heer Vledder zegt vóór aanleg te zijn. Spreker suggereert te besluiten,
dat de auto's in Grouw niet harder mogen rijden dan 30 km. Dan kunnen de borden
worden weggehaald. Bij het opnieuw straten van de Oostergoostraat en aan het
einde van de J.W. de Visserwei zou dan een drempel kunnen worden aangebracht,
evenals bij de woning van de heer Terpstra. Men moet dan wat de toegangswegen
naar het dorp betreft rustig rijden. De stop- en parkeerborden zcuden dan alleen
gehandhaafd kunnen blijven en eventueel gele trottoirbanden. Daardoor wordt de
gehele zaak wat eenvoudiger.
De voorzitter antwoordt dat borden met opschrift 30 km op zich niets te
betekenen hebben. Ook met het aanbrengen van verkeersdrempels moet men voor
zichtig zijn. Alleen bij buurtverkeer is dit mogelijk. De Oostergoostraat,
Stationsweg en de Parkstraat zijn wat dat betreft, niet met buurtverkeer te
vergelijken. Spreker wil de suggestie van de heer Vledder niet voor 100% af
wijzen, maar men zal wel een grote mate van voorzichtigheid in acht moeten nemen.
Spreker zegt, dat, hoe je ook over de drempels denkt, de ervaring is dat je met
je wagen een opduvel krijgt, ook al rijd je 20 a 30 km. In elk geval zal hier
over bij de politie advies moeten worden ingewonnen, hoe die dit soort aange
legenheden ziet. Spreker is het er mee eens, dat door de meeste chauffeurs veel
te hard door de Parkstraat en voorbij de woning van de heer Terpstra wordt
gescheurd. Daar helpen geen borden voor. Maar er zijn ook gemeenten die van het
aanbrengen van verkeersdrempels teruggekomen zijn. B en w zullen deze zaak eens
laten uitdiepen.
-29-