Hij spreekt zich uit vóór het voorstel van de heer Vleddeif. Wethouder Draisraa
zegt dat her weinig zin heeft hierop te antwoorden. Het voorstel van b en w is
duidelijk, de meningen van de sprekers zijn ook duidelijk geformuleerd. Blijkbaar
slaat het standpunt van b en w, dat op dit punt al genoeg gedaan wordt, niet aan.
De grens die b en w gesteld hebben is naar de mening van de raad blijkbaar nog
niet bereikt.
De voorzitter meent, dat het teleurstellend is, dat de raad zo gemakkelijk
voorbijgaat aan het gegeven, dat slechts 12 gemeenten in feite de plaatsen be
talen die de resterende gemeenten onbenut laten. Tevens hecht de raad weinig be
tekenis aan de adviezen van het permanentorgaan subsidie vraagstukken in Fries
land. Een van de eerste adviezen van dit orgaan, waaraan de gemeente voldoet,
wordt naast zich neergelegd. Spreker zegt, dat Tryater in wezen een bodemloze put
is. De begrote uitgaaf is f 850.000, de inkomst slechts f 80.000, En nu kan
men wel mooie verhalen houden over waar men wil ophouden, maar spreker meent, dat
ook aan het Frvsk Orkest Friesland zich altijd nog vertilt en zich daardoor veel
moet ontzeggen. Friesland is te klein en de bevolking woont te gespreid om zich de
weelde van beroepsgezelschappen voor toneel en muziek te kunnen permitteren. Spre
ker zegt, dat de Krite Grou met zijn uitvoeringen van Durk Snoad meer in 1975 aan
de friese cultuur heeft bijgedragen dan Tryater. Daarom is het juist de friese
cultuur te bevorderen waar het passend is en waar men zeer toegewijde gezelschap
pen heeft en bovendien nog in de gezegende situatie verkeert., dat Friesland rela
tief over zeer bekwame schrijvers beschikt vergeleken met elders in het land.
Wil men de friese cultuur bevorderen, dan moet men dit op een passende plaats
doen.
De heer Meester vindt, dat de raad nu goed op de subsidie-toer is. Het moet
geen New Yörk worden. Het moet een keer ophouden.
De heer Vledder zegt, dat het niet waar is, zoals de voorzitter zegt, dat een
kleine grOep gemeenten moet betalen wat de andere .gemeenten niet geven. Tryater
hoopt, dat alle gemeenten aan hun verzoek zullen voldoen. Ook de stelling, dat de
gemeente f 0,19 per inwoner geeft is niet juist. Dit is maar f 0,10. Met de op
merking, dat Tryater een bodemloze put zou zijn, is spreker het niet eens. Er
komt meer toneel uit dan er ooit geweest is. Dat Friesland zich hierdoor veel moet
onthouden, gelooft spreker niet. Men kan ook zeggen, dat het klimaat in Friesland
op dit terrein erg goed is. Misschien dat op het terrein van wegenaanleg e.d.
Friesland zich wat moet beperken. Maar men moet soms een keus maken en het patroon
welzijn in Friesland is door de diverse culturele activiteiten erg goed. Dat de
Krite Grou in 1975 voor de friese kuituur meer heeft gedaan dan Tryater, kan
spreker wel onderschrijven. Maar dat is slechts in 1975 geweest. Ook bestrijdt
spreker de stelling van de voorzitter, dat Friesland over zoveel bekwame schrij
vers beschikt. Jammer genoeg is dat niet zo, hoewel daar misschien iets aan zou
kunnen worden gedaan door het uitschrijven van een prijsvraag en het stuk dan door
een vereniging uit deze gemeente te laten uitvoeren.
De heer de Wolf meent dat nog een kant van dit onderwerp niet genoemd is,
namelijk dat het rijk zich zijn verantwoordelijkheid ten opzichte van de Fryske
kuituur niet bewust is. Tryater moet uit de friese culturele pot worden bekostigd,
terwijl in de rest van Nederland voor beroepsgezelschappen wel aparte subsidie
regelingen gelden. Spreker zegt, dat daardoor de tendens ontstaat zelf iets te
doen. Dit gebeurt meer. Het gevolg is, dat men daardoor op andere punten moet
bezuinigen of belastingen gaan vèrhogën. Spreker vraagt zich afof men hieraan moet
toegeven met de kans dat het rijk later zegt: "zie je wel ze kunnen het zelf wel".
Wat de subsidie per voorstelling betreft heeft men opgemerkt, dat Tryater dat
bedrag niet krijgt. Spreker meent, dat, wanneer de verenigingen dit bedrag niet
kregen, zij niét in de gelegenheid waren Tryater een voorstelling te laten ver
zorgen. Daarom is spreker er voor het huidige systeem te handhaven en schaart hij
zich achter het voorstel van b en w.
De heer de Boer zegt blij te zijn, dat de voorzitter met zijn negatieve uit
spraken over Iriesland niet in Den Haag zit. Hij moet zijn laatste jaren maar in
Idaarderadeel slijten, want anders staat het er niet zo best voor met Friesland.
Spréker zegt, dat de voorzitter nu zo lang in Friesland zit, dat hij de mentali
teit van de friezen om dwars tegen de stroom in te roeien beter moest kennen.
