-8-
Wat de aanwijzing van Drachten als centrum van het recreatieschap betreft,
merkt soreker op, dat hij noch goede noch kwade argumenten heeft gebruikt om het
centrum in Grouw te krijgen. Spreker zegt, en hij werd daarin gesteund door het
college, dat de keuze van vestiging niet interessant was. fel heeft spreker ge
zegd dat b en w het centrum liever niet in Grouw hadden, maar dat de gemeente
met het grootste en best geoutilleerde apnaraat daarvoor in aanmerking kwam. Het
schap heeft vrijwel zeker geen volledige sekretaris nodig, geen eigen technische
dienst, misschien een koddebeier. Voor het betrekkelijk kleine apparaat van deze
gemeente, met geen full-time wethouders zouden de werkzaamheden dan een te zware
belasting zijn. Spreker meent, dat men van het schap geen hoge kosten kan ver
wachten. Dat CRM grote invloed in het schap zal hebben is onjuist. De opstel
ling van het basis-recreatieplan zal in belangrijke mate door CRM worden ge
subsidieerd. Vandaar dat CRM in de stuurgroep, die het basisplan zal begeleiden,
zitting zal nemen. En zonder een basisplan ontvangt het schap geen rijksbijdrage.
Met de heer Knossen is spreker het eens dat men van het zeer onwaarschijnlijke
moet uitgaan. Men zal er zelfs van moeten uitgaan, dat-raadsleden een verkeerde
opvatting van hun taak hebben, wanneer ze denken dat ze alleen maar mogen ad
viseren. Spreker meent, dat wanneer de gemeenten elkaar op deze wijze benaderen,
men niet rijp is voor samenwerking. Men moet geen negativisme zoeken.Er is be
hoefte aan een toenemende noodzaak om samen te werken, waar de belangen ondeel
baar zijn.
De heer Vledder zegt uit eigen ondervinding te spreken, wanneer hij de ver
velende dingen, die vlak over de grenzen zijn gebeurd, aanroert. Spreker merkt
verder op, dat, wanneer men deze regeling twee jaar eerder had gekregen, men
waarschijnlijk het "gedonder" over de ligplaatsen ook niet had meegemaakt. Het
is nu een kwestie geworden van achter elkaar aan besluiten. Spreker vindt, dat
de voorzitter goede argumenten in zijn antwoord heeft gebruikt, al is hij het
met het aangevoerde argument over de centrumplaats niet eens. Spreker meent, dat
de voorzitter wel argumenten had moeten gebruiken om de zetel in Grouw te krij
gen. Wanneer argumenten worden aangehaald als een te kleine bezetting enz. in
een bestuursvergadering, dan vindt spreker dit niet juist. Spreker zegt graag
gezien te hebben dat de centrale plaats van het schap in Grouw gekomen was. De
belangrijkheid van deze gemeente wordt al erkend door de andere gemeenten in de
stemverhouding van 1:1:1. Maar het is voor spreker geen voldoende motief om
het voorstel te laten vallen. Spreker vindt het echter niet redelijk.
De heer de Boer zegt, dat de voorzitter hem over zijn negativisme heeft ge
antwoord. Spreker zegt, dat de voorzitter meer vertrouwen heeft in het bestuur,
dat de besluiten neemt. Maar hij.kan zich niet aan de indruk onttrekken, dat,
wanneer een vertegenwoordiger van deze gemeente tegen een voorstel is, het be
sluit toch wel bij meerderheid van stemmen wordt genomen. Men zou dan zelfs ee
bestemmingsplan omver kunnen werpen.
De voorzitter: "Dat kan niet. Een bestemmingsplan wordt door de raad vast
gesteld". Na nog enige discussie over enkele artikelen van de regeling vraagt
de heer de Boer zich af, cf de instelling van het schap wel nodig is.
De heer de Wolf zegt, dat de voorzitter eens een tyrade heeft gehouden tegen
de ondoorzichtige gemeenschappelijke regelingen. Enerzijds is het in 't leven
roepen van een recreatieschap een goede zaak, want overleg tussen de 3 gemeenten
moet er zijn. Maar het gaat spreker te ver, dat daarbij gemeentelijke bevoegd
heden worden overgedragen. Hij wil nog graag even ingaan op enkele argumenten,
die de voorzitter heeft aangehaald. Spreker begrijpt niet, dat de voorzitter kan
Z. zeggen, dat de',bevoegdheden van de Marrekrite anders zijn dan die van het schap.
Hij heeft beide regelingen naast elkaar gelegd en^geconstateerd dat ze gelijk
zijn. Hetgeen de voorzitter over het basisrecreatieplan heeft gezegd, heeft spre
ker alleen nog meer^b^anauwd. Het is volgens hem wel bekend dat CRM er op het ge
bied van de recreatie denkbeelden op na houdt. Staatssecretaris heeft onlangs
nog in Leeuwarden gezegd, dat afremming van de recreatie a-sociaal zou zijn.De
stemverhouding van 1/3 acht spreker een mooie minderheid. Wat de vestigings
plaats van het centrum betreft, meent spreker, dat er te gemakkelijk met de be
langen van de gemeente is omgesprongen. Een dergelijke instelling had hij van
de voorzitter niet verwacht.
-9-