-10-
21Rapport van de raadscommissie recreatieverordening wa ter land.
De heer Vledder brengt een compliment aan de samenstellers van dit stuk.
Hij is er blij mee en hoopt, dat de commissie net haar werk doorgaat. Spreker
vindt het belangrijk, omdat men voor dit recreatiegebied nooit te veel kan
doen. Er zijn nu bepaalde suggesties naar voren gekomen, die er nog niet wa
ren, toen men met de ligplaatsenverordening aan het modderen was. Spreker
vraagt zich af, waarom voor de Sietse-Maaike-sloot en het smalle deel van de
Aldwei een ligplaatsverbod is voorgesteld. Hij meent, dat er geen mooier lig
plaats is dan juist die wateren.Waarom is de commissie tot dit advies ge
komen
Wat de delegatie van ontheffingsbevoegdheid aan burgemeester en wethou
ders door de provincie betreft merkt spreker op, dat het met het plaatsen van
borden niet dezelfde kant uit moet gaan als öp de weg, waar men soms een veel
voud van borden ziet staan. Spreker denkt aan het plaatsen van kleine bordjes
met een code-opschrift of een symbool. Tenslotte vraagt spreker of de com
missie ook van plan is deze stukken door te zenden aan de Marrekrite en het
Fryske Gea en of de commissie ook van mening is dat dit stuk ook in het
"petear" van het schap moet worden meegenomen, wanneer de reglementen worden
behandeld
De heer Schermer antwoordt, dat de commissie van plan is verschillende
suggesties uit dit stuk in de wateralmanak van de-ANWB op te nemen, zodat
daarmee het aantal bordjes kan worden beperkt. Ook het op de ANWB-kaarten
vermelden van beperkingen, zoals b.v. verboden wateren, door het aangeven m__
een bepaalde kleur, is waarschijnlijk wel mogelijk. Over een ontheffing heeft
de commissie zich nog niet uitgesproken, omdat zij nog niet de juiste formu
lering hiervoor heeft gevonden. Dit is een vrij moeilijke materie. Spreker
zegt, dat de Sietse-Maaike-sloot en de Aldwei verbindingswateren zijn die,
wanneer de oevers vol liggen, grotendeels onbevaarbaar zijn. Men kan hierover
natuurlijk van mening verschillen maar de commissie is op dit punt eensgezind
geweest en blijft van mening, dat hier een totaal ligplaatsverbod moet gelden.
Hoewel het blijft een advies. De heer de Wolf meent, dat wat de bordjes be
treft het onaannemelijk is, dat vreemden weten wat de regels in dit gebied
zullen zijn. Het is echter wel noodzakelijk dat de bordjes in geheel Friesland
uniform zullen zijn. In het advies staat ook duidelijk dat de bordjes klein
moeten zijn.
De heer Schermer zegt tenslotte dat er nog over gesproken is om dit ad
vies aan andere raden toe te zenden. Spreker meent, dat het wel zinvol is het
recreatieschap hiermee bekend te maken. Persoonlijk heeft spreker er geen
moeite mee, aan welke instantie dan ook dit stuk toe te sturen.
De heer Vledder vindt het niet erg, dat wanneer de oever van de Sietse-
Maaike-sloot straks gedeeltelijk begroeid is, hier boten te laten liggen.Mi
schien is het een stukje nostalgie, maar spreker heeft er zelf vaak ligplaats
ingenomen. Het is spijtig dat er van vrijdagavond tot zondagavond boten lig
gen, maar men ontneemt aan vele botenbezitters een recreatiemogelijkheid. Ver
der vraagt spreker aan het college, of dit bereid is het advies van de com
missie mee té nemen in de bespreking met gedeputeerde staten.
De voorzitter antwoordt, dat het een volslagen onmogelijke zaak is, dat
het college zich losmaakt van de opvattingen van de raad.
De heer Schermer stelt vervolgens voor het volgende besluit te nemen.
"De raad der gemeente Idaarderadeel stelt zich achter de adviezen van de Ad
viescommissie Recreatieverordening Watèrland, zoals neergelegd in haar irapport
van 10 januari 1976, en de aanvulling van 3 februari 1976, en verzoekt het
college van b en w deze adviezen en dit raadsbesluit ter kennis en in .handen
van het college van gedeputeerde staten van Friesland te brengen en de ad
viezen te betrekken in hun besprekingen over de provinciale landschapsverorde-
nin<7*zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten.
22Comptabiliteit.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voor
stel besloten. Hierna sluit de voorzitter de vergadering.
Aldus vastgesteld ,in de op»rr55ara^y4rgadering
■<pY r van 9 maart 1976.
sekretaris