Voorstel tot het aangaan van een gemeen schappelijke regeling Recreatieschap :!De Lege Midden" Aan de; gemeenteraad. ij; No. >314. Grouw, 30 januari 1976. In de in maart 1974 verschenen nota "Openluchtrecreatie in Friesland"wordt naar ons oordeel terecht de vrees uitgesproken, dat door de snelle groei van de waterrrecreatie en de verblijfsrecreatie, die daarmee samenhangt, het draagver- mógen van het Friese merengebied zal worden aangetast. De problematiek spitst zich daarbij in het bijzonder toe op de grenzen, die de natuurlijke en de land schappelijke draagkracht stellen. Zonder nader onderzoek zijn deze grenzen niet precies vast te stellen,maar de vele knelpuntent die direkt of indirekt betrek king hebben op de natuurlijke en landschappelijke capaciteit zijn even zó vele aanwijzingen, dat een behoedzaam beleid gewenst is. In deze provinciale nota wordt verder gesteld, dat een temporisering van de groei moet worden nagestreefd om op die manier tot een geleidelijke afbouw van de recreatieve ontwikkeling te komen. Met name in het zgn. Noordelijke merengebied - het deel, gelegen in de gemeenten IdaarderadeelSmallingerland en Tietjerksteradeel - behoort het accent te liggen op een afronding van deze ontwikkeling en op een sanering van de on gewenste situaties. In diverse besprekingen, vanaf begin 1973 gehouden tussen vertegenwoor digers van bovenvermelde drie gemeenten, waarbij in eerste instantie in hoofdzaak van gedachten werd gewisseld over de wenselijkheid en de mog-ol ijkhaid om het beleid van de watersportrecreatie te coördineren, werd de opvatting gehuldigd dat er opgetreden moest worden tegen bepaalde ontwikkelingen. Gemeenschappelijk werd ook het standpunt ingenomen, dat een consolidatie gewenst is, er geen recreatie-objekten meer moeten worden gestimuleerd, die nóg meer watersporters van buiten naar ons gebied trekken en nieuwe objekten uitsluitend verantwoord zijn,wanneer ze duidelijk in een behoefte van de eigen bevolking voorzien. Dit overleg van de vertegenwoordigers van de drie gemeenten voerde tot de conclusie, dat wordt gevoeld voor een coördinatie van het beleid ten aanzien van de openluchtrecreatie in de gemeenten Idaarderadeel, Smallingerland en Tietjerk steradeel. Bij voorkeur voor een coördinatie van de openluchtrecreatie - de vrijetijdsbesteding in de openlucht in niet georganiseerd verband - die berust op bindende afspraken ten aanzien van wat wel of niet mag en kan gebeuren.Daarbij zou in de gebleken behoefte het best kunnen worden voorzien door het maken van een betrekkelijk eenvoudige en soepele opzet, die voor het te verrichten werk dp, nodige ruimte biedt. Een gemeenschappelijk te voeren beleid, ten aanzien van de openluchtrecre atie in het betreffende gebied, zal ons inziens in elk geval het navolgende moeten inhouden: a. Er behóórt geen uitbreiding te worden gegeven aan het aantal ligplaatsen voor •woonsr-heponDe woonschepen in het merengebied zullen eens naar de daarvoor aan te wijzen ligplaatsen, in bijvoorbeeld woonschepenhavensmoeten verdwij nen. Het is daarbij de vraag,of elke gemeente een dergelijke haven moet heb ben, of voor de voorgestelde sanering ligplaatsen behoort te kunnen aanbieden. In hét" recreatieplan "It wild" te Eemewoude moet zo spoedig mogelijk, in een gezamenlijk verband, de geplande haven voor woonschepen worden gerealiseerd, terwijl bij de verwijdering van de woonboten uit het merengebied de volledige medewerking van de provincie noodzakelijk zal zijn. b. Er behoren geen. bouwvergunningen voor nieuwe somerhuisjes e.d. te worden afgegeven. In felk geval verdient het aanbeveling de beleidsvisie op het gebied van zich in het watersportgebied bevindende woningen gelijk te trekken. Zo nodig zouden de bebouwingsvoorschrift.en daartoe moeten wórden aangepast. GEMEENTE IDAARDERADEEL GROUW -2-

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1976 | | pagina 61