-3-
Toelichting bij 2.4.
De provinciale verordening zal een aantal schepen,groter dan 9m,van hun
huidige plaats verdrijven. Daar er in jachthavens vermoedelijk geen
ruimte is, eist de billijkheid dat er wateren worden aangewezen, waar
dit soort schepen plaats kunnen vinden, of blijven vinden.
In en nabij de bebouwde kommen en in enkele andere wateren is dat
landschappelijk gezien ook niet zo bezwaarlijk.
3. Delegatie ontheffingsbevoegdheid aan B en W door provincie.
Betreffende dit onderwerp (art.6.4.) attendeert de commissie op de toe
lichting bij art.6 (pag.5) die als volgt luidt:
"Daarvoor zal dan wel nodig zijn, dat voor het te voeren beleid zeer
stringent geformuleerde uitgangspunten zijn vastgelegd, en dat er een
doeltreffend opsporingsapparaat aanwezig is",
alsmede op art. 13.4.: Een weigering van een ontheffing moet met redenen
worden omkleed, en op art.19 t/m 27 die de beroepsmogelijkheden regelen
(tot bij de Kroon)
De commissie spreekt zich niet uit over de vraag of de raad een delegatie
van de ontheffingsbevoegdheid zou moeten bevorderen.
4"Verbodsborden"
De commissie beveelt de raad aan, te bevorderen dat G.S., stevige, klei
ne, doch voldoende duidelijke, provinciaal genormaliseerde "verbodsborden"
vaststellen, waarop, bij voorkeur door een symbool en een korte tekst, de
aard van de bijzondere beperking krachtens art.6, wordt aangegeven, alsmede
dat, dergelijke borden van provincie-wege worden geplaatst bij begin en
einde van een water, oever of gebied waarvoor deze beperkingen gelden.
Toelichting bij 4.
Hoewel de commissie het bijzonder betreurt ziet zij geen andere oplossing
dan het plaatsen van bordjes. Het is aannemelijk dat "men" de algemene
verordening na enige tijd kent, maar het lijkt onbillijk te eisen, dat
ieder elke bijzondere bepaling en de wateren waar zij geldt zou moeten
kennen, zonder aanwijzigingen ter plaatse. Wel zou vermelding van de hoofd
lijnen, zowel als de bijzondere bepalingen en de gebieden waarvoor ze gel
den, in b.v. de A.N.W.B. - wateralmanak zinvol zijn.
Voor wat betreft aanvullende maatregelen adviseert de commissie de raad
als volgt:
5. Chemische toiletten aan boord:
Te bevorderen dat het gebruik van chemicaliën voor boord-toiletten wordt
afgeraden en zo mogelijk wordt tegengegaan, en G.S. te verzoeken een
zelfde beleid te volgen.
Toelichting: De commissie is er van overtuigd dat de schade voor het milieu
door het gebruik van chemicaliën aan boord ernstiger is dan de mogelijke
schade door vrij geloosde faecaliën.
De propaganda voor chemische toiletten acht zij voornamelijk gegrond op
emotionele motieven, waarop de commercie gretig inhaakt.
6. Reclame op- en aan het water:
Te bevorderen.dat effectief wordt opgetreden tegen reclame op- en aan het
water, en G.S. te verzoeken eenzelfde beleid te voeren.
Toelichting
In de aanbiedingsbrief van de landschapsverordening wordt gesteld, dat de
materie van reclame-objecten etc. blijft geregeld in de verordening
"opschriften en opslagplaatsen".
-4-