2E2E
GEMEENTE IDAARDERADEEL
GROUW
Notulen van de openbare vergadering van de
raad der gemeente Idaarderadeel op dinsdag
9 maart 1976, s avonds 7.30 uur.
Aanwezig; Mevr. T. Kooistra-de Zee en de heren R.G.Benedictus en J. Draisma, beiden
wethouder, K. Schermer, G.H. Vledder, Th.B.Zwart, G.van Essen, P.C. van
Belle, J. Meester, Sj. de Boer, P. Knossen, Th.Terpstra en Ir.F.de Wolf.
Voorzitter: de heer K.J. Vrij ling, burgemeester.
Secretaris; de heer D. Smits.
Opening: De voorzitter opent de vergadering en deelt mee, dat van de heer Vledder
een verzoek is ontvangen om een interpellatie te mogen houden over de bouw van het
nieuwe bejaardentehuis en de aanwijzing van de plaats, waar het tehuis zal worden
gebouwd. Het verzoek is op 2 maart ingekomen. Spreker zegt, dat het college juist
een dag van tevoren heeft besloten over het bejaardentehuis een werkvergadering
met de raad te houden op 23 maart 1976, Hij vraagt of de heer Vledder hierin aan
leiding kan vinden de interpellatie uit te stellen.
De heer Vledder vraagt of de werkvergadering openbaar wordt. Een interpel
latie in de raad komt in de openbaarheid.
De voorzitter antwoordt ontkennend. De raad moet er echter rekening mee hou
den, dat wanneer toestemming voor de interpellatie wordt verleend, deze reglemen
tair eerst in de april-vergadering zal worden gehouden.
De heer Vledder zegt bereid te zijn eerst de werkvergadering af te wachten.
Hierna stelt de voorzitter aan de orde punt
1NotulenOp verzoek van de heer de Wolf wordt op blz. 8, 10e regel van onderen,
het woord "bevoegdheden" gewijzigd in "taken".
Hierna worden de notulen van 10 februari 1976 vastgesteld.
2. Mededelingen: geen.
3. Ingekomen stukken.
b. De heer van Belle wil graag even terugkomen op het schrijven van de Minister
van economische zaken betreffende milieutechnische en veiligheidsaspecten van
het kalkarproject, welk schrijven tevens bedoeld is als antwoord op de vragen,
die indertijd ook in deze raad zijn gesteld. Spreker is het er wel mee eens,
dat dit stuk voor kennisgeving moet worden aangenomen. Maar hij is verwonderd
over het lichtvoetige antwoord van de minister, Men spreekt in het rapport wat
lichtvaardig over de belangrijkste risico's voor nu en voor de toekomst, wat
betreft de radio-actieve straling in het leefmilieu, de moeilijkheden van de
verwerking van het afval, bij de ontmanteling van nucleaire installaties, de
problemen ten aanzien van de beveiliging, sabotage en chantage. Voor al die
dingen worden oplossingen gegeven. Men heeft blijkbaar groot vertrouwen in de
technische kennis van de mensen en redeneert volgens spreker te optimistisch.
Een voorbeeld is de radio-actieve straling bij lozing. Volgens het rapport
zou de stralingsdosis te verwaarlozen zijn en vergeleken dienen te worden met
de natuurlijke stralingsdosis die in de lucht zit. Maar bij lozing van deze
stoffen kunnen zich concentratie^ voordoenDe afvalstoffen zijn niet allemaal
gelijk en komen niet alle in de lucht voor. Een ander voorbeeld, aldus zegt
spreker, is, dat voorbij wordt gegaan aan het feit, dat men van de vrijgekomen
splijtstoffen een atoombom kan maken. In Amerika, waar men veel meer ervaring
heeft, heerst juist op dit punt een enorme verontrusting.