-8- de vraag gesteld; "Waarom?"Daaraan ontkom je niet., want op zich zijn alle aanvragen niet onredelijk. Men moet nu eenmaal zuinig op het buitengebied zijn. Spreker meent» dat wanneer twee dito voorstellen in dezelfde raads vergadering worden behandeld je jezelf wel eens de vraag stelt: Kunnen er ook meer van die gevallen komen. Dit kan men verwachten. Terugkomend op de mentaliteit van de aanvrager zegt spreker, dat er na de afbraak in de opvaart dingen gebeurd zijn, waarvan anderen ook de dupe zijn geworden. Men kan nu zecrgen, dat zo'n mentaliteit de kans loopt nu beloond te worden. Dit was de reactie van spreker op dit voorstel. Het geval Warstiens heeft hier overigens niets mee te maken. De voorzitter is het er mee eens, dat je je op dit punt weinig soepel heid kan permiteren. Wethouder Draisma meent, dat wanneer het college alle passages, die in begeleidende brieven staan serieus moet. nemen, het einde zoek is. Men moet de zaak objectief bekijken en de mentaliteit van de persoon mag op geen enkele manier meespreken. Gaat men de doopceel van aanvrager eerst lichten dan begeef je je op glad ijs. Spreker meent, dat men niet naar het verleden moet zien. Er is nu een keurige aanvraag ingekomen, waarop een beslissing moet worden genomen De heer v. Essen meent, dat het college bij voorstel 11 ook de doopceel '■w van de bewoners heeft gelicht. Spreker zegt, dat wanneer er geen planologi sche bezwaren waren geweest het toenmalige college niet tot afbraak had be sloten. Destijds waren er wel planologische bezwaren. Wethouder Deneclictus merkt op, dat de "oude zaak" in dit college nret is opgerakeld. Het collecte heeft unaniem gezegd geen bezv/aar tegen het schip huis op die olaats te hebben. Wanneer er op dit moment een nieuw bestemmings plan zou komen, zou de bouw van een schiphuis, aldaar, mogelijk, worden gemaakt. De heer de Wolf meent, dat het hier ook duidelijk blijkt dat "Jede konsekwentz zum Tode führt' Spreker hoopt dat niet alles in regels zal worden .gevat, dan blijft er voor de raad nog eens een keuzemogelijkheid over. Zonder hoofdèlijke stemming wordt dan conform het voorstel besloten. De heren van Essen en Vledder krijgen de aantekening, dat zij geacht worden te hebben tegengestemd. 15.Voorstel tot vaststelling van een voorbereidingsbesluit ex. artikel 21 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening ten aanzien van de Minne Finne te Grouw. De heren van De11e en Knossen zeggen verheugd met dit besluit te zijn. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 16Aanwijzing van een lid van de commissie ruimtelijke ordening van de regio Leeuwarden De heer de Wolf wordt met 1.2 stemmen aangewezen. Eén stom is van onwaar de. 17Denoeming e.g. herbenoeming van bestuursleden van de Stichting Recreatieoord te Grouw. De heren C. Reidinga, P. Bakker en Ir. J. Klok, allen te Grouw, worden met algemene stemmen benoemd. 18Comptabiliteit De voorzitter merkt op, dat de comptabiliteit nog met 2 punten moet werden aangevuld: 1de kluisdeur heeft metaalmoeheidEr moet een nieuwe worden aangeschaft Kosten f 3965,f 2000,— plaatsing f 5965,- vaste last f 1170,per jaar. C2. Verlenging Oedsmawei. Gebleken, dat de aan te leggen weg, nog niet in een goedgekeurd bestemmingsplan ligt. Daarom moet eerst een voorbereidings- besluit worden genomen. De verlenging van de weg kcxr.t dan in een volgende vergadering aan de orde.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1976 | | pagina 21