Wethouder Draisma merkt op, dat er uitdrukkelijk gepraat is over
friese teksten. Wellicht is dit voor meerdere uitleg vatbaar, maar b en w
hebben er de uitleg aangegeven, dat alle namen op het bord in het fries
moesten worden geschreven.
De heer de Boer zegt, dat hij daar niet van uitgegaan is.
De heer van Belle meent, datde discussie wat verwarrend wordt. Hij
zegt, dat er alleen gesproken is over een tweetalige tekst van de dorps
namen. Over de gemeentenaam is niet gesproken. Wanneer de naam Idaerdera-
diëLbezwaren oproept dan moet men dit niet doen. Wel staat spreker op het
standpunt, dat de borden zo gauw mogelijk moeten worden geplaatst.
De heer Vleadar zegt het met de heer van Belle eens te zijn, dat het
niet moeilijker gemaakt wordt aan het is. Aan de andere kant heeft de heer
de Boer gelijk, wanneer hij opmerkt, dat b en w de gemeentenaam bij gede
puteerde staten aan de orde hebben gesteld.
Wethouder Benedictus zegt, het hiermee niet eens te zijn. Er is ge
zegd, dat de plaatsnamen in het fries moesten worden gesteld. Maar op elk
bord hoort wettelijk de gemeentenaam.
De heer Viedder zegt, dat b en w over het schrijven van de gemeente
naam advies hebben gevraagd bij Gedeputeerde Staten. Wanneer er staats
rechtelijk bezwaar bestaat tegen de naam Idaerderadieldan moet er
Idaarderadeel van worden gemaakt. Maar uit het advies van gedeputeerde
staten blijkt dit niet.
De heer Terpstra merkt op, dat in Leeuwarden de gemeentenaam niet op
de borden wordt vermeld.
De heer de Beer stelt voor ook de naam van de gemeente in het fries op
te nemen. Baarderadeel heeft hiermee geen moeilijkheden ondervonden.
De voorzitter ontraadt ten sterkste dit voorstel, hetgeen overigens
ook niet wordt ondersteund, zodat het geen deel uitmaakt van de discussie.
De heer van Belle stelt voor de dorpsnamen in de friese taal te stellen
met als onderschrift "Gemeente Idaarderadeel", welk voorstel voldoende wordt
ondersteund.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dan conform het voorstel van de heer
van Belle besloten.
De heer Meester merkt op, dat op 28 oktober 1975 ie 2e afdeling ver
gaderd heeft over het storten van chemisch afval van pleziervaartuigen.
De voorzitter van de 2e afdeling heeft toen opgemerkt, dat gedeputeerde
staten met een voorstel zouden komen, waarop zou worden gewacht, Wel is
toen gezegd, dat, wanneer het provinciaal advies te lang zou uitblijven,
het college vóór 1 april met een eigen voorstel zou komen. Inmiddels is het
al half juni hetgeen betekent, dat het dit jaar weer niets wordt.
De voorzitter zegt toe in de volgende vergadering bij het punt mede
delingen hierop terug te zullen komen. Punt b wordt hierna voor kennis
geving aangenomen.
Ingekomen stukken.
De heer Schermer stelt voor punt h (motie Gaasterland) aan te houden
tot de augustus-vergadering, waarmee de raad akkoord gaat. Voorts vraagt
spreker bij punt g hoever het staat met de eventuele vestiging van de
onderwijsbegeleidingsdienst in Grouw. Er zitten namelijk meer gemeenten
op het vinketouw.
De voorzitter antwoordt, dat in b en w reeds een beslissing is genomen.
Binnenkort vloeit hieruit een concreet voorstel voort.
Wethouder Draisma zegt, dat de huisvesting van de dienst ook in de
Stuurgroep ter sprake is geweest. Spreker heeft toen met de heer van der Lei
gesproken, die wel voorkeur voor Grouw heeft. Er zijn reeds een aantal moge
lijkheden afgetast, waaruit nu hopelijk een oplossing komt. Hierna worden de
punten a t/m i voor kennisgeving aangenomen.
Voorstel tot het garanderen van geldleningen voor woningverbetering.
Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het
voorstel besloten.
