De heer Knossen zegt, dat, gezien de activiteiten vanavond, men alleen
maar zou durven spreken over een zwembad. Spreker meent, dat hij, gehoord het
voortreffelijk betoog van de heer van Essen, weinig moeite heeft met hem mee te
gaan en ook, gezien de uitvoerige informatie van het college,de prioriteit te
leggen bij een sporthal. Wel heeft spreker enige moeite gehad met het voorstel
van burgemeester en wethouders, omdat hij nog steeds voorstander is van een
zwemgelegenheid. Het spijt hem, dat dit niet kan worden gerealiseerd, maar hij
voelt er weinig voor het zwembadplan te dekken met het negatieve advies van de
Vereniging voor Nederlandse Gemeenten en te zeggen:"het zal wel eens komen".
Dan liever in de richting van de heer van Essen en de prioriteit bij de sport
hal leggen en eventueel een zwembad daar achteraan.
De heer van Belle zegt, dat iedereen uit de nota van burgemeester en wet
houders heeft kunnen concluderen,dat de bouw van een zwembad geen haalbare zaak
is. Uit de A.C.W.-pot komt niets en het is ondenkbaar, dat de gemeente een jaar
lijks tekort van f.336.000,voor haar rekening neemt. Daarom is spreker vóór
het intrekken van het raadsbesluit van 1973. Verder heeft iedereen kunnen consta
teren dat er behoefte aan is een sporthal en tevens een zwemvoorziening waarbij
dan gedacht moet worden aan een verwarmd zwembad. De voorstanders van een sporthal
hebben zich goed geweerd en georganiseerd met achter zich een vrij duidelijke
groep gebruikers, meest jonge mensen. Deze groep beschikt reeds over enige akkcm-
modatie. Spreker zegt het er mee eens te zijn, dat de sporthal tevens een re
creatieve functie kan hebben niet alleen voor het bijwonen van sportwedstrijden,
maar ook voor het houden van grote manifestaties. Een sporthal zou voor evene
menten uitstekend gebruikt kunnen worden. Overigens moet men het gebruik van een
sporthal niet overtrekken. Het is reëe± te stellen, dat 's zomers de hal weinig
gebruikt wordt als de mensen het water op gaan. Voor een zwembad bestaat ook
grote interesse, al is deze groep nauwelijks georganiseerd en heeft deze onvol
doende de kans gehad zijn stem te laten horen. De groep gebruikers is ook anders,
omdat de leeftijdsspreiding groter is en ze niet. lid van verenigingen zijn.
Bij een openluchtbad zullen de openingstijden beperkt zijn tot de zomermaanden,
al is het recreatief gebruik groter dan bij een sporthal. Spreker zegt, dat in
het voorstel van burgemeester en wethouders niet overtuigend is aangetoond, dat
een verwarmd zwembad beperkter mogelijkheden biedt. Het is ook moeilijk omdat
het geen gelijke objecten zijn. De behoefte aan beide is misschien even groot,
maar de kosten zijn verschillend. Spreker dacht, dat het goed was op dit moment
voor de sporthal te kiezen, juist omdat de zaal aan de Stationsweg hard aan ver
vanging toe is. Spreker meent dat het een slecht beleid zou zijn, wanneer de kans
niet zou worden aangegrepen, om een vervangend gymnastieklokaal onder te brengen
in een sporthal. Dit scheelt jaarlijks f. 30.000,De sporthal is op het moment
meer binnen het bereik dan een zwembad. Spreker meent, dat de prioriteit van een
sporthal nog duidelijker wordt, wanneer men bij punt a van het voorstel van
burgemeester en wethouders zou aanvullen met: "mits het gymnastiekonderwijs van
de mnvo hierbij wordt ondergebracht en aldus een bijdrage in de kosten wordt ver
leend" Kan raen het gymnastieklokaal hierin niet onderbrengen dan komt de sport
hal in een ander licht te staan en wordt de vergelijking met. een open verwarmd
zwembad reeëler. Men zou in dat geval de prioriteit opnieuw aan de orde moeten
stellen. Spreker zegt dat het duidelijk is, dat hij de behoefte aan een zwemvoor
ziening erg zwaar laat wegen. Spreker meent, dat de voorziening, die burgemeester
en wethouders voor de jeugd willen maken, wat vaag geformuleerd is. Daarom zou
spreker hieraan nog graag punt d toegevoegd willen zien, dat bij de behandeling
van de begroting over 1977 een eerste aanzet wordt gemaakt voor het opstellen van
een speelplan bijvoorbeeld 1 bad, dat later kan worden uitgebouwd tot een vol
waardige zweminrichting.
De heer Schermer zegt, dat.als hij straks zich tegen het voorstel, zoals dat
voor hem ligt, gaat uitspreken, eerst even duidelijk wil stellen, dat hij en en
kele fraktiegenoten tegen de bouw van een sporthal geen enkel, maar dan ook geen
enkel bezwaar hebben. Net zo min zullen ook de voorstanders niet tegen de bouw