van een zwembad zijn. Het verschil is echter, dat men de prioriteit wil ver
leggen. Spreker zegt, dat het college in zijn voorstel vraagt om "neen" te
zeggen tegen het zwembad en dat is het grootste bezwaar, dat hij tegen het
voorstel heeft en dat is ook niet in overeenstemming met de bedoeling van het
advies van de commissie uit de sportstichtingen. Spreker merkt op, dat er ge
durende een reeks van jaren, praktisch een mensenleven lang is geijverd voor
de bouw van een zwemgelegenheiö. En in 1973 liet het zich aanzien, dat deze wens
binnen enkele jaren in vervulling zou gaan. De voorzitter heeft hierover bij
het afscheid van het vorige college nog gesproken. Spreker citeert hierna een
gedeelte uit de notulen van de vergadering van september, waarin van het vorige
college afscheid werd genomen. Hieruit bleek, dat wethouder Vledder voor het
zwembad steeds de promotor was geweest. Er is toen gezegd, dat.als het college
met een voorstel in de raad kwam, dat voor de gemeente steeds een haalbare trek
was. Beide wethouders hebben bij het zwembadplan een groot doorzettingsvermogen,
vindingrijkheid en enthousiasme getoond, waarvoor de voorzitter toen zijn com
pliment uitsprak. De voorzitter heeft toen zijn hoop uitgesproken dat in 1974
het plan tot stand zou komen. Tot zover deze notulen.
Was de realisering 15 jaar geleden, met het oog op de financiële positie der
gemeente haast een onhaalbare kaart - het rode potlood werd bij elke begroting
gehanteerd en op vrijwel elke post moest worden bezuinigd- de laatste jaren
kreeg de gemeente gelukkig wat meer armslag. Bij de begroting van 1973 was het
toenmalige college in staat een bedrag van f. 50.000,te reserveren voor de
te verwachten exploitatietekorten. Spreker meent, dat,hoewel dit bedrag later
door gedeputeerde staten werd geschrapt, omdat de gemeente een artikel 12 - ge
meente was- dit niet terzake deed, omdat in het begrotingspatroon de nodige
financiële ruimte was vrijgemaakt, die het mogelijk maakte om tezamen met dat
deel van de winst van het gasbedrijf, dat in het fonds voor onrendabele aan
sluitingen werd gestopt, het tekort van f. 130.000,te kunnen opvangen. In
december 1973 werd dan ook in deze raad het besluit tot de bouw van een over
dekt zwembad met algemene stemmen genomen. Men zou met de N,V. Verenigde Sport-
fondsenbaden contact over een plan opnemen en er werd een raad van beheer be
noemd. Daardoor zou nu ook het niet-georganiseerde deel van de bevolking een
kans krijgen aan sport te doen en de jeugd zou, wat nog belangrijker is, de kans
krijgen in een veilige inrichting en in schoon water te leren zwemmen. Een blik
in de begroting leert ons, dat voor de georganiseerde sport in deze gemeente
jaarlijks f. 200.000,wordt betaald en dat heeft spreker er graag voor over.
Eindelijk zouden nu ook de overige inwoners van deze gemeente een kans krijgen.
Maar inmiddels werd het 1974, de gemeenteraadsverkiezing. In het verkiezings
programma van alle partijen stond, dat de stichting van een overdekt zwembad
voorrang diende te hebben. Spreker zegt, dat ook in het programma van zijn par
tij dit duidelijk, zonder misverstand, staat omschreven. Dit program, dat door
allen werd ondertekend, wenst spreker onverkort te handhaven. Wie een derge
lijk program reeds na twee jaar aan zijn laars lapt, pleegt kiezersbedrog.
De heer Knossen:"Eerlijkheid"
Spreker zegt, dat in het voorstel gesteld wordt, dat sindsdien een aantal zaken
sterk is gewijzigd. Hij acht dit juist, maar dat geldt voor 'de zwemsport niet
in mindere mate. De moeilijkheid om zwemmen re leren in een veilige en schone om
geving wordt door het toenemen van het aantal gegadigden steeds moeilijker
(lange wachtlijsten)Bovendien wijzen de rapporten uit, dat het water in het
Pikmeer en de Rechte Grouw van een dusdanige slechte kwaliteit is, dat het on
verantwoord is de kinderen daarin te laten zwemmen. Ook dat is onze verantwoorde
lijkheid en spreker meent dan ook, dat het college alles moet doen wat mogelijk
is om uitvoering te geven aan het raadsbesluit van december 1973.
Spreker zegt, terugkomende op de raadsverkiezingen van 1974, dat er raadsleden
waren, die door middel van eigen folders, de kwaliteiten waarover zij meenden
te beschikken, breed hebben uitgemeten. Kwaliteiten,die zo nodig waren in de
raad om grotere projecten, zoals die van een zwembad en een verzorgingstehuis te