Spreker heeft het dan niet over een grote brug of een zwaardere pont, of het feit, dat dit gebied misschien voor de landbouw verloren gaat. Wanneer deze toestand nog 10 jaar gaat duren, dan zijn ze nergens en dat betekent een stuk discriminatie, waar alle instanties mede verantwoordelijk voor zullen zijn. De voorzitter zegt eerst even een verzuim te willen goedmaken. Spreker is blijdat de heer Benedictus weer zover hersteld is, dat hij deze vergadering mee kan maken en hij heet hem alsnog van harte welkom. Verder deelt hij mee, dat de heren Vledder, Zwart en Meester wegens werkzaamheden ver hinderd zijn deze vergadering bij te wonen. Spreker merkt op,dat de Bird momen teel 11 boerenbedrijven telt en dat de raad aan het begin van dit jaar heeft besloten, het aantal vaaruren van de pont definitief te stellen op 96 per week. Dit moet door 3 pontwachters gebeuren. De exploitatiekosten van deze pont komen volledig ten laste van de gemeente. Wanneer echter de pont moet worden verzwaard, zal de gemeente geen bijdrage kunnen geven in de aanschaffingskosten van de nieuwe pont en de nodige aanpassing van de ponthavens en de wegen. Er zijn plannen in de molen voor een pont van 25 ton. Maar aan de overkant van de pont liggen wegen, die op geen stukken na 25 ton kunnen dragen en wanneer deze wegen in puin worden gereden staat men voor het dilemma, wie de kosten moet betalen. De gemeente betaalt 96 vaaruren en de onderhoudskosten van de pont. Verder gaat de gemeente krachtens het raadsbesluit niet. Het is een plaatselijke aan gelegenheid. 'w' De Commissaris zegt blij te zijn,dat de voorzitter deze laatste opmerking nog eens onderstreept. In het college van gedeputeerde staten is meermalen over deze kwestie gesproken. De gedachten gaan inderdaad in de richting van een zwaardere pont, waarvan de C.T.D. 50% in principe van de kosten voor zijn re kening neemt. De overige 50% moet worden gevonden in een samenspel van het be trokken waterschap met de gemeente. Formeel ligt het zo. Het is spreker niet bekend, dat de provincie hierin een bijdrage zal geven, het is ook geen taak voor de provincie. Men mag hieruit niet afleiden, dat de provincie dit geen be langrijke zaak vindt, maar het behoort niet tot het provinciaal beleid. Wel is spreker het met de heer Benedictus eens, dat het hier om een bijzonder belangrijk gebied gaat. De provincie wil graag haar bestuurlijke steun geven bij het vinden van een oplossing. De voorzitter zegt, dat de gemeente, wellicht tegen beter weten in, meer malen de provincie heeft verzocht een financiële bijdrage te verlenen in de exploitatiekosten van de pont, maar dit verzoek is altijd categorisch van de hand gewezen. Verder heeft de heer de Wolf nog een vraag gesteld (punt f) over het in richten van zogenaamde landsschapsparken en de eventueel daarvoor te treffen maatregelen. De heer de Wolf zegt, dat hij de vraag vanuit een zekere bezorgdheid heeft gesteld. Spreker is ervan overtuigd, dat de landbouw voor Friesland maar ook voor Idaarderadeelvan bijzonder groot belang is. Nu wordt de in druk wel eens gewekt, dat het belang van de landbouw afnemend is. De indruk wordt dan ondersteund, door bijvoorbeeld te laten zien, dat het aantal wer kenden in de landbouw tussen de tijd van vlak na de oorlog en nu ongeveer ge halveerd is. In de nota Werken heeft spreker gelezen, dat van de 170.000 wer kenden in Friesland 23.000 man in de landbouw werken. Iïij vindt deze benadering onjuist, want het werk heeft zich verplaatst van de primaire bedrijven naar andere plaatsen, naar de verwerkende industrie, bijvoorbeeld zuivelindustrie met zijn enorme handels- en transportactiviteit. Ook naar de verzorgende in dustrie, zoals de landbouwmechanisatiebedrijven. Dan de dienstverlening (boere- hulpcontrolediensten) en de overheidssector, waarin veel mensen hun brood verdienen in het landbouwonderwijs, landbouwschap en dergelijke. Spreker zou het verbazen, dat minder dan 50% van de activiteiten van de werkgelegenheid niet op de landbouw steunde. Helaas is dat eigenlijk nooit goed uitgezocht. Voorts zijn er weinig activiteiten in Friesland, die zo conjuctuurgevoelig zijn als de landbouw. Spreker meent, dat men daarom met de landbouw wijs moet zijn en dat men zich niet kan permitteren in een provincie, waar het inkomen toch al achter ligt bij het Nederlandse gemiddelde, beperkende maatregelen te

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1976 | | pagina 22