-6- nemen, die een optimale economische ontwikkeling van die landbouw belemmeren. Want dat zou de achterstand in Friesland alleen maar groter maken en daar over maakt spreker zich zorgen, vooral omdat van de provincie is uitgegaan een zo negatief stuk als de nota werken. Dit is wel geen beleidsstuk maar het is maar al te goed bekend, dat dergelijke ambtelijke stukken een eigen leven gaan leiden. En in dit werkstuk is de economisch statistische onderbouw bijzonder zwak. In de nota werken wordt lichtvaardig omgesprongen met de be perkende maatregelen voor de landbouw. Spreker denkt hierbij aan stilte-*ge bieden, diepontwateringkunstmestgebruik, silo- en stalbouw en dergelijke, zonder dat er ook maar over de schade, die dit voor de welvaart voor ons gewest meebrengt,gekwantificeerd wordt. Spreker zegt, dat men zich niet kan permitteren, voor de rustzookenöen van de randstad een stuk van onze eigen welvaart op te offeren en onze jeugd te dwingen bij gebrek aan werkgelegen heid naar die stinkende randstad te trekken. Hoewel er niet aan te ontkomen is, hier en daar grenzen te stellen, meent spreker toch, dat de bewijslast voor het stellen van de noodzaak van die grenzen bij diegenen moet liggen, die de grenzen willen stellen. En dit zou alleen mogelijk kunnen zijn, wanneer er voor de getroffenen een bevredigende schadevergoedingsregeling zou zijn, waarbij het dan echt niet alleen de landbouwers behoeven te zijn, maar dat er nog heel wat achter, staat en dat zou bijzonder moeilijk zijn goed te ma ken. De Commissaris antwoordt, dat de nota werken echt bedoeld is om de dis cussie op gang te brengen, ook met betrekking tot het streekplan Friesland. Spreker zegt, dat het wel bekend is, dat hij de landbouw in Friesland van bijzonder grote betekenis vindt. Ook in het provinciaal bestuur overheerst deze gedachte. Gedeputeerde staten staan dan ook op de bres waar ze kunnen. Een voorbeeld hiervan is wel de-snelle reactie met betrekking tot de inpol dering van een deel van het Waddengebied. Het gaat hier om de landbouw van Friesland, die na de oorlog al zo veel veren heeft moeten laten. Met de kwestie landschapsparken, heeft spreker zelf al heel wat ervaring opgedaan. Spreker zou wel willen opmerken -men moet hier geen appreciatie in beluisteren- dat er van regeringszijde een aantal beleidsontwikkelingen aan de gang zijn, waar mee men rekening moet houden. Hoe kan men daarmee het beste omgaan. Zo zal op dit moment een ruilverkaveling in een veel breder planologisch veld ge plaatst worden dan 10 a 15 jaar geleden. Spreker yjegt, dat C.R.M. alleen maar dankbaar mag zijn voor het. vele, dat de Friese landbouw bij de ruilver kavelingen in de vorm van recreatiegebieden, aanlegplaatsen en dergelijke heeft gegeven. Men heeft begrepen, dat men ook bij de benadering van dit vraagstuk de geestelijke taal van het gebied moet spreken en ervaren, dat de Friese landbouw bijzonder reëel is. Wel merkt spreker op, dat het accent, dat nu gelegd wordt, meer bestuurlijke gevoeligheid gaat vragen dan vroeger noodzakelijk was. Spreker heeft zoeven het thema "de afremming van de sub urbanisatie" genoemd. Dit za.l nu meer het accent krijgen, dan vroeger het geval was. En dat is een gegeven.dat geconstateerd moet worden en waarop men zich bestuurlijk zodanig moet instellen, dat,wat in onze ogen goed is, men zo goed mogelijk gewaarborgd kan krijgen. Wanneer men zegt, dat de landbouw be perkingen worden opgelegd, dan heeft spreker dc ervaringeen voorbeeld hier van is Koudum- dat er wel te praten is Het geheel zal echter vandaag de dag wei eens andere accenten krijgen dan vroeger. Spreker kan zich voorstellen, dat de regering op de vraag, om een claim op een stukje Waddenzee, heel anders gereageerd zou hebben dan nu. Men moet nu rekening houden met meer beperkingen dan er geweest zijn en men moet zich bestuurlijk zodanig instellen dat men kan zeggen: "Met deze oplossing willen wij ons sterk maken". Spreker zegt, dat ten aanzien van het scheppen van een landschapspark bij Koudum door het provinciaal bestuur bezwaar is ge maakt tegen de centrale opzet van het plan door de regering en dat zowel de steun van de gemeente ais van de provincie duidelijk moest doorklinken. Als intentie wil spreker nog opmerken, dat het provinciaal bestuur het uiterste voor de landbouw in Friesland zal doen maar rekening moet worden gehouden met meer hindernissen dan voorheen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1976 | | pagina 24