Spreker wil ook geen kritiek uitoefenen op de suburbanisatie, maar de ene
regering legt de grenzen nu eenmaal anders dan een andere regering doet.
Spreker zegt tenslotte, dat binnen de speelruimte die er over blijft, men
onvoorwaardelijk op de steun van de provincie kan blijven rekenen.
De heer Benedictus zegt het in grote lijnen wel met de Commissaris eens
te zijn. Ook kan spreker zich voorstellen, dat de landbouw begrip moet op
brengen voor de gewijzigde omstandigheden. Spreker heeft het voorrecht ook
uit de landbouw te komen en is tevens voorzitter van een waterschap. In dit
verband noemt hij als voorbeeld het open houden van het vaarwater De Murk
in de ruilverkaveling in TietjerksteradeelVoor de recreatie was dit van
groot belang. Voor het waterschap en de boeren was het beter geweest dat dit
water was afgedamd. Spreker zegt.dat recreërend Nederland er recht op heeft
dat De Murk openblijft, maar dan mag dit nimmer ten koste gaan van de be
trokken boeren. De meerkosten behoren dan meegenomen te worden in de ruil
verkaveling. Dit is de grote zorg van spreker. De erfenis van de ruilver
kaveling of landinrichting is het waterschap. Het is dus niet alleen een
kwestie van de aanleg maar ook van de duurdere exploitatie. Spreker zegt,
dat de boer er open voor moet staan dat de ruimte anders wordt benut dan 50
jaar geleden. Maar de als gevolg hiervan meerdere kosten moet men niet door
de boer laten betalen, maar door degenen die van deze ruimte gebruik willen
maken
De heer de Wolf zegt blij te zijn met het antwoord van de Commissaris,
wiens instelling ter zake hem uiteraard wel bekend was. Spreker meent echter
in het antwoord van de Commissaris een wat te bestuurlijke houding te be
speuren van "Dit is nu eenmaal het beleid wat ons wordt opgelegd en dat
hebben wij te accepteren"
Spreker zegt, dat de Commissaris dit inderdaad heeft te accepteren. Maar de
raadsleden als dorpspolitici hebben dat niet. Dat is ook de reden, dat
spreker het passend vond zijn betoog op die wijze te houden. Ook vond
spreker het passend, ter gelegenheid van het bezoek van de Commissaris, er
op te wijzen, dat in de nota Werken, die inderdaad geen beleidsstuk is, zo
lakoniek wordt omgesprongen met de landbouwbelangen. Dit heeft hij willen be
nadrukken
De Commissaris antwoordt, dat de raad niet uit zijn woorden moet af
leiden, dat hij tot de categorie behoort, die zegt:"Als het eenmaal zo is,
moet het zo maar blijven". Spreker zegt, dat gedeputeerde staten in Koudum
heel nadrukkelijk het onderste uit de kan hebben gehaald om voor de landbouw
veilig te stellen wat mogelijk was. Spreker heeft alleen willen zeggen, dat er
op een gegeven moment in Nederland wel eens een andere wind waait en dat
heeft men met elkaar te accepteren. Men behoort zich daar constructief tegen
op te stellen. Ook bij de sub-urbanisatie zijn er altijd nog escapes om toch
nog iets te kunnen doen, maar het blijft een beleid waarmee rekening moet
worden gehouden.
De heer de Wolf: "Laten we hopen voorzitter, dat de wind weer een beetje
van oost naar west zal draaien"
De voorzitter merkt op, dat het woord suburbanisatie al een paar maal is
gevallen. In verband hiermee is de vraag, sub. 1, gesteld, over het beleid
ten aanzien van de bestemmingsplannen. Het betreft een vraag over het provin
ciaal beleid met betrekking cot de ontwikkelingsplannen van de kleinere dorpen.
Het beleid, ten aanzien van de goedkeuring van bestemmingsplannen- waarvan de
man van de straat zegt, hoe dichter bij Leeuwarden, Sneek, Heerenveen en
Drachten, hoe zwaarder de moeilijkheden worden om het plan goedgekeurd te
krijgen- dat iets meer inhoudt dan de groeimogelijkheid van 1%. Ook in deze ge
meente is dit ervaren, hoewel de gemeente met het bestemmingsplan voor Warga
van gedeputeerde staten volledig haar zin heeft gekregen. Maar met name in
Roordahuizum en Wartena, in welke dorpen duidelijk groeimogelijkheden zitten,
streeft het gemeentebestuur naar een inwonertal boven de 1000, omdat men
anders de kans loopt, dat de middenstand verdwijnt en de scholen in leerlingen -
tal een stap terug moeten doen, met alle gevolgen van dien. Uit die achtergrond