De voorzitter antwoordt, dat de moeilijkheid is, dat alleen een verzoek om wijziging van Grouw is ontvangen. Wanneer de overige dorpen met eenzelfde verzoek komen, dan zullen burgemeester en wethouders tegen uitbreiding van de kermisdagen in die dorpen zeker geen beswaar maken De heer Zwart zegt, dat de kermis in Wartena reeds op vrijdagavond be gint. Dit is vorig jaar in de verordening opgenomen. Tenslotte wordt zonder hoofdelijke stemming besloten het raadsbesluit zodanig te redigeren, dat voer de dorpen Grouw, Roordahuizum en Warga de kermis op vrijdagavond aanvangt. Voorstel betreffende dc aanleg van speeiterreintjes te Grouw, Warga, Wartena en Roordahuizum. De heer Schermer zegt met het voorstel als zodanig geen moeite te hebben. Wel is het spreker opgevallen dat bij het terreintje in Grouw geen afrastering bij het Nieuwediep is gepland. Hij vindt dit maar een hachelijke zaak. De heer de Boer zegt; vorig jaar bij de begrotingsbehandeling te hebben gepleit voor speelgelegenheden in de kleinste dorpen. Burgemeester en wethou ders hebben toen gezegd initiatieven in die richting te zullen afwachten. Hi} vermoedt nu, dat het college hierover geen overleg met die dorpen heeft gehad. De dorpen Idaard/Aegum en ook Friens hebben nog een vereniging van Plaatselijk Belang. Initiatieven voor een oprichting van een speelgelegenheid zijn daar al lang ontwikkeld. Friens en Idaard hebben beiden al een bescheiden speel plaats, al is het laatste terrein wel in particuliere handen. De Frienser speelgelegenheid ligt op gemeentegrond. Spreker zou nu willen voorstellen de gelegenheden in deze dorpen naar verhouding een uitbreiding in materiaal te geven. Vooral in Friens zou men hiermee bijzonder ingenomen zijn. De voorzitter merkt op, dat de heer de Boer dan wel terugkomt op een prin cipe-uitspraak van de raad, gedaan in de vorige begrotingsvergadering. De heer Knossen vraagt,of de terreintjes aan de verenigingen worden over gedragen en of er toezicht wordt uitgeoefend. Mevrouw Kooistra- de Zee meent, dat het terrein in de Marren zou worden beplant. Deze werkzaamheden zijn nog niet uitgevoerd. Wanneer gebeurt dit. De heer van Belle zegt blij te zijn met dit voorstel en er vooral mee ingenomen te zijn, dat de dorpen zelf initiatieven kunnen ontplooien. Jammer, dat dit in Grouw niet is gelukt. Wel is spreker het met de heer Schermer eens, dat er een afrastering bij het Nieuwediep moet komen. Wethouder Draisma meent, dat alles zijn betrekkelijkheid heeft. Indien men de zandbak vlak langs het water situeert, dan is de kans aanwezig dat er een kind te water raakt. Doet men dit vlak bij de weg, dan loopt men kans verkeersslachtoffer te worden. Kinderen, die nog niet alleen vertrouwd zijn, zullen wel onder leiding van de ouders spelen. Daarom tilt spreker niet zo zwaar aan het probleem van de afscheiding. De heer Schermer meent, dat de gemeente nu een stukje verantwoordenjk- neid op zich laadt, waarmee de heer van Belle instemt. Laatstgenoemde spreker wijst er op, dat wanneer een bal in het water raakt, elk kind er achter aan gaat Wethouder Draisma zegt, dat hij zelf aan het Nieuwediep woont en de kin deren spelen daar ook aan de waterkant. Spreker meent, dat het speelterrein groot genoeg is om de attributen op een behoorlijke afstand van het water te plaatsen. Wat de vraag van de heer de Boer betreft, zegt spreker, dat de heer de Boer nu terugkomt op een indertijd genomen raadsbesluit. Besloten is, dat de gemeente zich in eerste aanzet zal beperken tot het maken van speeiterreintjes in de grote dorpen. Uit de kleine dorpen zijn geen initiatieven gekomen. Op dit moment moet man zich houden aan het genomen raadsbesluit. Spreker zegt, dat het beplantingsplan indertijd met de vereniging "Op en om de aid iisbaen' be sproken is. Het ligt in de bedoeling een beplanting in L~vorm voor de huizen- langs te maken. Deze werkzaamheden zullen deze herfst of volgend voorjaar worden uitgevoerd.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1976 | | pagina 5