Spreker is bang, dat de raad later zal zeggen: "Jammer, dat we dit gedaan
hebben"In de aanschaf van materiaal en het onderhoud hiervan kan spreker
wel mee gaan. Wel wil hij het college vragen eens te onderzoeken, of het
mogelijk is, dat het personeel in dienst van de gemeente kan blijven en hier
gestationeerd blijft. Straks zal het niet meer mogelijk zijn, hierin wijzi
ging te brengen, dan zullen we mee moeten doen.
De heer de Boer schaart zich achter beide vorige sprekeis wat hun op
merkingen over het personeel en de dienstverlening betreft. Spreker zegt in
principe achter het voorstel te staan en zich, zoals ook het voorstel luidt,
een definitief standpunt voorlopig voor te behouden. Men moet niet ver
geten, dat deze samenwerking drastisch ingrijpt in het takenpakket van de
gemeente
De voorzitter dankt de sprekers voor hun compliment aan het adres
van het personeel van de reiniging.het feit, dat men over deze dienst nooit
klachten hoort,, is het beste bewijs, dat alles goed verloopt. Spreker zegt,
dat het 's zomers meermalen gebeurt, dat de reiniging op zaterdagmorgen moet
inspringen om het extra afval, dat bij de wisseling van de recreanten achter
blijft, op te halen. De gemeente is dan ook erg met deze dienst ingenomen.
Daarom stellen burgemeester en wethouders voor voorlopig een afwachtende
houding aan te nemen. Organisatorisch en qua dienstverlening zal het er in
regio-verband beslist niet beter op worden. Alleen is er een financieel voor
deel berekend, al moet straks nog blijken,, dat dit zo blijft. Het betekent wel,
dat de taak van de gemeente wordt uitgehold. Spreker merkt op, dat het voor de
rechtspositie van het personeel niets uitmaakt, of men bij de gemeente of bij
de regio in dienst treedt. Ket zal niet mogelijk zijn, bij een regionale
dienst, het personeel in andere taken te werk te stellen. Zij blijven 'wanneer
er tijd vrijkomt in regioverband werken. Wel kunnen betrokkenen in de ge
meente blijven wonen. Vermoedelijk zal ook het materiaal hier blijven ge
stationeerd. Spreker zegt, dat de heer de Wolf gelijk heeft, wanneer hij ver
wijst naar de Wet op de afvalstoffen, die een grotere samenwerking op dit
terrein vraagt. De verwerking van het afval is ook hier reëel aan de orde
en er wordt druk op de gemeenten uitgeoefend om het vuil te verbranden of te
composteren.
Spreker meent, dat de overgang wat deze gemeente betreft, geruisloos zal
gaan, omdat in deze gemeente 3 mensen een volledige dagtaak hebben en de
thans in dienst zijnde kliko zo nodig nog een groter gebied kan bestrijken.
Hij vindt, dat de gemeente de regiosamenwerking van de zes gemeenten eerst
eens een aantal jaren moet aankijken. Organisatorisch is er thans nog geen
reden deze stap te ondernemen. De gemeente moet eerst meer zekerheid hebben,
alvorens zij deze taak uit handen geeft.
De heer de Wolf zegt met het antwoord van de voorzitter niet geheel te
vreden te zijn. Spreker is blij, dat het materiaal hier gedetacheerd blijft.
Zijn probleem blijft echter het personeel. Spreker vraagt, of het college
niet eens de mogelijkheid kan onderzoeken of de gemeente invloed kan blijven
uitoefenen op de taak van het personeel, wanneer zij in regioverband werken.
De voorzitter antwoordt, dat het wonen in de eigen gemeente geen pro
bleem is. Ook nu vronen verschillende ambtenaren buiten de gemeente. Burge
meester en wethouders hebben hiertegen nimmer bezwaar gemaakt, mits men maar
tijdig op zijn werk is. Spreker meent, dat het door de heer de Wolf aange
voerde punt niet uitvoerbaar is. Men kan nu eenmaal geen twee heren dienen.
In de studiecommissie is dit probleem ook wel aan de orde geweest, maar het
maakt wat de rechtspositie van het personeel betreft, helemaal niets uit.
De heer de Wolf vindt het jammen dat burgemeester en wethouders de in
vloed op de taakuitoefening niet willen onderzoeken.
De voorzitter vindt dit een formele opdracht. Hij meent, dat de heer
de Wolf en hij elkaar wel begrijpen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt dan conform het voorstel besloten.