-3-
Uiteraard blijven de gelden hieraan besteed, behoren tot de vrije,
wettelijk niet verplichte uitgaven. Zolang er echter forse bedragen worden
verstrekt aan sport, muziek en zang, toneel, bibliotheek enz., kan er
weinig tegenin worden gebracht, dat ook jeugd- en jongerenwerk en peuter
speelzalen worden gesteund.
Bij de subsidiëring dienen aan het betrokken object, behalve de voor
waarden van de rijksregeling, eisen te worden gesteld. Voor het jeugd
werk valt daarbij te denken aan leiding, accommodatie en aktiviteiten, die
van goede kwaliteit dienen te zijn.
Ten aanzien van de vraag in welke mate subsidiëring moet geschieden,
mogen wij opmerken, dat in de gemeentebegroting voor 1977 een bedrag van
f. 15.000,is uitgetrokken voor jeugd- en jongerenwerk en een bedrag van
f. 4.500,voor peuterspeelplaatsen, totaal derhalve f. 19.500,of rond
f. 20.000,—
De begrotingen van de 8 in deze gemeente werkzame projecten geven de
volgende tekorten voor 1977 te zien:
Stichting Sociaal Kultureel Werk Idaarderadeel (Ida)
Project Grouw f. 6.577,50
Warga - 2.701,
Roordahuizum - 4.035,
Wartena - 5.860,
Dorpshuis Warga - 5.950,
Peuterspeelzalen
Grouw - 6.295,
Warga - 3.926,
Roordahuizum - 2706,
totaal f 38.050,50
Het voert naar onze mening te ver, om deze tekorten integraal ten laste
van de gemeente te nemen.
Bij de vraag, welke maatstaf voor het verlenen van subsidie moet worden
gehanteerd, zou gedacht kunnen worden aan subsidiëring per deelnemer, c.q.
per peuter.
In de praktijk zal dit echter moeilijkheden opleveren.
Het is namelijk niet bekend, hoeveel personen aan het jeugdwerk deelnemen.
Het aantal is voortdurend aan wisseling onderhevig. De soorten van de akti
viteiten zullen hier mede bepalend zijn, zodat een eventuele subsidiëring
per deelnemer pas achteraf mogelijk zal zijn.En dit is weer niet aantrekkelijk
voor de organisatoren, omdat zij toch moeten weten, hoever zij kunnen gaan.
De huisvestingskosten voor dit werk in Warga (Vereniging Dorpsgebouw)
bedragen f. 4.200,en bij de Stichting Ida voor 4 projecten f. 19.946,
(gemiddeld f. 4.986,50).
Bij de peuterspeelzalen zou een subsidiëring per peuter in beginsel
minder moeilijkheden opleveren. De kostenstructuur is echter te verschillend,
om hieruit een redelijke verdeelsleutel te vinden. Zo is bijvoorbeeld
het aantal deelnemende peuters te Grouw 2 x zo groot als te Warga, terwijl
de uitgaven lh x zo hoog zijn. De huisvestingskosten zijn te Grouw f. 6.750,
en te Warga f. 4.700,De eigen inkomsten te Grouw bedragen f. 15.250,
en die te Warga f. 11.274,
Wanneer wij naar de personeelssector van de peuterspeelzalen kijken,
dan kan worden geconstateerd, dat ook daar grote verschillen zijn, te weten
Grouw f. 12.500, Warga f. 9.000,en Roordahuizum f. 3.000,
Gelet op de gesignaleerde moeilijkheden en verschillen moet naar onze
mening, zowel voor het jeugd- en jongerenwerk als voor de peuterspeelzalen
van een subsidiëring per deelnemer /peuter, een subsidiëring op basis van