MODEL-LOZINGSVERORDENING_RIOLERING
De raad der gemeente Idaarderadeel;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 10 juni
1977, no. 2040;
overwegende, dat het krachtens artikel 1, tweede lid, jo. het eerste
lid, van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren verboden is metbehulo
van de gemeentelijke riolering afvalstoffen, verontreinigende°stê¥rin xn
oppervlaktewateren te brengen, tenzij de voorschriften die zijn gesteld door
de beheerder van het oppervlaktewater dan wel de beheerder van een riool
waterzuiveringsinstallatie of enig ander werk waarop de riolering is aange
sloten, worden nageleefd;
dat, ten einde de naleving van deze aan de gemeente gestelde voorschrif
ten te kunnen verzekeren regelen dienen te worden gesteld ten aanzien van
het lozen van afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen op de
gemeentelijke riolering;
dat het voorts voor een goede werking van de gemeentelijke riolering,
voor het gebruik^^arvan wordt gemaakt en met het oog op de nadelen die
derden daarvan kunnen ondervinden, wenselijk is ook daaromtrent regelen te
stellenj
gelet op artikel 168 van de gemeentewet, artikel 1 van de Wet veront
reiniging oppervlaktewateren en de door het provinciaal bestuur verleende
algemene lozingsvergunning;
besluit:
vast te stellen de volgende
LOZINGSVERORDENING RIOLERING
Artikel 1
Begripsbepalingen
Deze verordening verstaat onder:
beheerder: de beheerder van een rioolwaterzuiveringsinstallatie of van enig
anderwerk waarop de riolering is aangesloten, dan wel het gezag dat bevoegd
is tot het verlenen, weigeren, wijzigen of intrekken van een vergunning als
bedoeld in artikel 1 van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, tot het
brengen van afvalstoffen, verontreinigende of schadelijke stoffen in het
oppervlaktewater waarop de riolering uitkomt;
riolering: het gemeentelijk rioolstelsel, met inbegrip van de rioolgemalen
en persleidingen;
inspekteurde regionale inspekteur van het staatstoezicht op de volksge
zondheid, belast met het toezicht op de hygiëne van het milieu.
Artikel 2
Verbod schadelijke stoffen te lozen.
1. Het is verboden, anders dan bij normaal huishoudelijk gebruik, op de rio
lering stoffen te lozen die voor de riolering of voor de daarop aange
slotenen gevaar, schade of hinder kunnen opleveren.
2. Onder voor de riolering of de daarop aangeslotenen gevaar, schade of
hinder opleverende stoffen worden in ieder geval verstaan:
a. stoffen met een temperatuur van meer dan 30° Celsius;
b. stoffen met een zuurgraad, uitgedrukt als waterstofionenexponent (pH)