-5-
c. indien een aan de gemeente verleende vergunning voor het brengen van het
rioolwater in oppervlaktewater of naar een rioolwaterzuiveringsinstal
latie of enig ander werk waarop de riolering is aangesloten tot het
verlenen van een vergunning voor een bepaalde termijn noopt.
2. In het geval, bedoeld in het voorgaande lid, aanhef en onder a, wordt de
vergunning verleend voor een termijn van ten hoogste twee jaar. Burge
meester en wethouders kunnen deze termijn op aanvraag van de houder van
de vergunning, eenmaal met ten hoogste twee jaar, verlengen. De ver
lenging moet ten minste zes maanden voor het einde van die termijn worden
aangevraagd. Artikel 9, eerste tot en met zevende lid, is van overeen
komstige toepassing.
3. Na het verstrijken van de termijn, bedoeld in de eerste volzin van het voor
gaande lid, blijft de vergunning van kracht zolang op een tijdig inge
diende aanvraag nog niet is beschikt, alsmede gedurende de voor beroep
opengestelde termijn en de behandeling van het beroep. De vergunning houdt
echter in ieder geval op te gelden wanneer het van kracht blijven een
toestand zou oproepen die strijd oplevert met het belang van de goede
werking van de riolering dan wel met een aan de gemeente verleende ver
gunning voor het brengen van het rioolwater in oppervlaktewater of naar
een rioolwaterzuiveringsinstallatie of enig ander werk waarop de riolering
is aangesloten. Burgemeester en wethouders doen hiervan schriftelijk mede
deling aan de vergunninghouder.
Artikel 12
Weigering vergunning
1De vergunning wordt geweigerd indien het verlenen daarvan in strijd zou
komen met het belang van de goede werking van de riolering, van het ge
bruik dat daarvan wordt gemaakt en van de bescherming van de belangen van
derden tegen nadelen welke hieruit kunnen voortvloeien.
2. De vergunning wordt voorts geweigerd indien de verlening daarvan strijd
zou opleveren met een aan de gemeente verleende vergunning voor het brengen
van het rioolwater in oppervlaktewater, of naar een rioolwaterzuiverings
installatie of enig ander werk waarop de riolering is aangesloten, alsmede
indien een verzoek van burgemeester en wethouders aan de beheerder tot
wijziging of aanvulling van de vergunning, als bedoeld in artikel 9,derde
lid, is afgewezen.
3. Een beschikking als bedoeld in dit artikel is met redenen omkleed en
wordt zo spoedig mogelijk schriftélijk ter kennis van de aanvrager gebracht.
4. Burgemeester en wethouders zenden een afschrift vein hun beschikking, be
doeld in het vorige lid, toe aan de beheerder en aan de inspekteur.
Artikel 13.
Werking vergunning.
1De vergunning geldt zowel voor degene te wiens naam zij is gesteld als
voor zijn rechtverkrijgenden.
2. Burgemeester en wethouders schrijven de vergunning op verzoek van de houder
of diens rechtverkrijgenden over op naam van een rechtsopvolger. Zij doen
daarvan mededeling aan de beheerder.
Artikel 14
Intrekking vergunning.
1. De vergunning kan geheel of gedeeltelijk worden ingetrokken:
a. indien ter verkrijging daarvan verstrekte gegevens zodanig onjuist of
anders blijken te zijn dat op de aanvraag een andere beslissing zou
zijn genomen, indien bij de behandeling daarvan de juiste gegevens be
kend waren geweest;