b. de door burgemeester en wethouders in overleg met de besturen van de andere
desbetreffende openbare lichamen aangewezen ambtenaren als bedoeld in
artikel 25 van de Uet verontreiniging oppervlaktewateren.
Artikel 22
Opsporing van overtredingen.
Met de opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde feiten
zijn, behalve de ambtenaren genoemd in artikel 141 van het Wetboek van straf
vordering, belast de daartoe door burgemeester en wethouders aangewezen ambte
naren.
Artikel 23
Betreden van gebouwen etc.
Aan hen die met het toezicht op de naleving van de bepalingen van deze
verordening en met de opsporing van de in deze verordening strafbaar gestelde
feiten zijn belast, wordt de last verstrekt, zo dikwijls de zorg voor de na
koming van deze verordening zulks vereist, alle bouwwerken, erven en terreinen,
desnoods tegen de wil van de eigenaar of gebruiker, te allen tijde binnen te
treden of te betreden, zulks voor zover het woningen betreft, met inachtneming
van het bepaalde bij de wet van 31 augustus 1853, Stb. 83.
Artikel 24
Hemen van monsters etc.
1. De in artikel 21 bedoelde ambtenaren zijn bevoegd de afvoer in de riolering
te meten, alsmede monsters van die afvoer te nemen, een en ander voor zover
dit redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is. De resultaten
van de metingen, alsmede de uitslag van het onderzoek van de monsters
worden ten spoedigste ter kennis van de betrokken lozers gebracht.
2. De in het eerste lid bedoelde ambtenaren zijn bevoegd zich bij het be
treden van gebouwen, bouwwerken, erven en terreinen van personen, die daar
toe door hen zijn aangewezen, te doen vergezellen alsmede de benodigde
apparatuur mede te brengen, een en ander voor zover dit redelijkerwijs voor
de vervulling van hun taak nodig is
3. Ieder is verplicht aan de in het eerste lid bedoelde ambtenaren alle mede
werking te verlenen, en alle inlichtingen te verstrekken, een en ander voor
zover dit redelijkerwijs voor de vervulling van hun taak nodig is.
4. Ieder is verplicht aan de in het eerste lid bedoelde ambtenaren op hun ver
zoek inzage te verschaffen in bescheiden en hen in de gelegenheid te
stellen daarvan afschrift te nemen een en ander voor zover dit redelijker
wijs voor de vervulling van hun taak nodig is.
Artikel 25
Geheimhouding.
Allen die betrokken zijn of zijn geweest bij de uitvoering van deze ver
ordening zijn verplicht tot geheimhouding van alle zaken ten aanzien waarvan
burgemeester en wethouders hun geheimhouding hebben opgelegd of waarvan zij
het vertrouwelijk karakter moeten begrijpen.
Artikel 26
Overgangsbepalingen
Voor lozingen welke vóór het tijdstip van inwerkingtreding van deze ver
ordening onafgebroken regelmatig hebben plaatsgevonden, wordt voor de toe
passing van artikel 2 van deze verordening een ontheffing als in het vierde