-3- 10. Aanvrage om ontslag van de heer D.J. van der Meer als hoofd van De Trije Doarpen- skoalle voor gewoon lager onderwijs te Roordahuizum. Zonder discussie en zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 11Benoeming cq herbenoeming van bestuursleden van de Stichting Jachthaven Wartena. Mevrouw W. Sijtema-Dijkstra en de heer J. Visser worden met respectievelijk 12 en 11 stemmen herbenoemd. Eén stem is blanco uitgebracht. De heer van Guldener wordt met 12 stemm-. benoemd als nieuw bestuurslid. 12. Benoeming van een vertegenwoordiger van de raad in de op te richten stichting voor exploitatie van het nieuwe verzorgingstehuis voor bejaarden te Grouw. De heer van Essen vraagt.welke instanties door b en w benaderd zijn voor het opgeven van candidater. Voorts meent sprekerdat een vertegenwoordiger van de raad uit zijn midden dient te worden gekozen. Hierdoor heeft de raad dan een binding met de overige bestuursleden. De voorzitter antwoordt, dat b en w bepaald niet bedoeld hebben, dat de raadsleden voor deze taak niet capabel zouden zijn. De functie van een raadslid is tijdelijk en kwetsbaar. Deze raad heeft nog een jaar voor de boeg. Daardoor ontbreekt veelal de continuïteit. Spreker zegt, dat in oktober 1974 in deze raad een schema is overgelegd van bestuursorganen, die inspraak zouden krijgen in de benoeming van bestuursleden. Door deze organen zijn bestuursleden voor gesteld. Door benoeming van een gemeentelijke vertegenwoordiger is dit bestuur nu compleet. Het college was van mening, dat, met het oog op de bekwaamheden en specialiteiten van de .reeds voorgedragenen, als gemeentelijke vertegenwoordiger een man moest worden gezocht, die op het financieel economisch vlak van wanten wist. Zodoende is de keus van b en w gevallen op de heer Epema, die een andere discipline in het bestuur brengt. Men moet niet vergeten, dat dit bestuur een forse taak op zijn schouders krijgt gelegd. Juist daarom is de continuïteit zo belangrijk. De heer van Essen zegt nog geen antwoord op zijn eerste vraag te hebben gekregen. Voorts tilt spreker niet zo zwaar aan het punt continuïteit. Men kan ook wel 8 a 9 jaar lang raadslid zijn. Daarom zijn dit geen sterke argumenten, hoewel spreker niet wil onderkennen, dat de heer Epema op financieel-economisch terrein wel heel goede kwaliteiten zal hebben. Soms zijn ook andere kwaliteiten wel van belang, en daarom is onder de raadsleden wel een geschikte candidaat te vinden. De heer de Boer meende, dat de organisaties in 1974 al op papier stonden. Zijn deze alle benaderd? Spreker meent, dat wanneer de raad ergens bij betrokken wordt, dit toch al een zekere continuïteit in zich waarborgt. De heer de Wolf spreekt het wel aan, iemand buiten de raadsleden te benoemen. Ook de heer Knossen heeft weinig problemen met het voorstel. Op zich is het geen gemeentelijk belang, alleen financieel. De stichting moet zich zelf kunnen dragen. Spreker zegt, dat de punten van organisatie indertijd zelf door de raad zijn geaccepteerd. Spreker is persoonlijk op een Plaatselijk Belang vergadering geweest, waar dit punt uitvoerig aan de orde is geweest. Ook in het Groene Kruis is de benoeming van bestuursleden behandeld. De heer van Belle meent, dat een vertegenwoordiger van de gemeente zo dicht mogelijk bij "de raad moet staan. Spreker stelt de heer Schermer als candidaat. De heer Zwart vindt het toevallig dat de heer van Belle de heer Schermer als candidaat noemt. Ook zijn fractie wil de heer Schermer candidaat stellen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen Idaarderadeel 1935-1983 | 1977 | | pagina 17